305 CHRISTINE STRIJDT VOOR VRIJHEID

Tournai - Grand'Place - Christine de Lalaing op de bres voor religieuze en politieke vrijheid. Foto: Thea-Warrior - 8 januari 2022
Tournai - Grand'Place - Christine de Lalaing op de bres voor religieuze en politieke vrijheid. Foto: Thea-Warrior - 8 januari 2022

OP DE BRES VOOR RELIGIEUZE EN POLITIEKE VRIJHEID

Thea-Warrior

 

Als de hertog van Parma zijn leger voor de poorten van Doornik opslaat, leven in de stad zo'n 6000 vluchtelingenfamilies. Farnese besluit de aanval in te zetten op het hoogste deel waar de gracht rond walmuren het minst diep is, dat wil zeggen bij de Sint-Maartenspoort, in de buurt van de Sint-Catharinapoort. Tegenwoordig staat hier het Billenniummonument van Rafael Verjans. Volgens Théodore Juste (1861) doet Willem van Oranje, die zich in Brugge bevindt, pogingen om de Raad van State te bewegen een staatsleger te organiseren, maar intern heerst disharmonie en het gewenste leger komt er niet. Samen met de protestantse vluchtelingen moeten de inwoners van Doornik hun stad verdedigen.

Binnen de muren heerst ook verdeeldheid, want een aantal katholieke families zijn wel degelijk voor koning Philips II van Spanje. Zij sluiten zich aan bij aartsdiaken Cotreau, en terwijl de belegeraars hun kanonnen op de torens richten die het ravelijn van Sint-Maarten beschermen, preekt Cotreau in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal: volgens hem klopt de koning aan de muren en hij wil de poort wel openen om met de luitenant van de koning te onderhandelen! 

 

In de onderlinge strijd krijgen de patriotten de overhand. Ze ontwapenen de meest verdachte personen en zetten sommigen gevangen. Omdat de kerken open blijven, kunnen priesters en monniken daar hun voorkeur voor Spanje blijven profileren. Aldus creëren zij 'hulptroepen' voor de belegeraars. Alexander Farnese rekent op hen. Met een pijl stuurt de hertog een brief de stad in. Hij biedt de inwoners een generaal pardon aan als zij hem als hun rechtmatige prins erkennen. De verdedigers weigeren op dit voorstel in te gaan. 

De Raden van de magistraat, de Consaux, helpen de prinses en kolonel Divion bij de organisatie van de verdediging. Groepen burgers verdedigen met vrouwen en kinderen de muren. Na een helse beschieting, die vele slachtoffers maakt, vragen de notabelen de prinses toestemming om met Farnese te onderhandelen. Ze antwoordt dat ze zichzelf nog liever aan stukken laat hakken dan dat ze zich aan vreemden overgeeft.

 

Philippe de Lalaing, baron van Montigny, verschijnt bij het ravelijn van Sint-Maarten om zijn zus te vragen zich over te geven. Christine weigert; ze blijft de stad verdedigen totdat de aanvallers in de bressen logeren. Eind oktober, vele aanvallen en afgeslagen uitvallen later, zijn bij de Spaanse troepen de nodige elitesoldaten gesneuveld. Zelfs Christine's broer is aan zijn bovenbeen geblesseerd geraakt. Nadat de hertog van Parma vijf torens heeft weten neer te halen, trekt hij zijn belangrijkste troepen samen tegenover het ravelijn van Sint-Maarten. Christine zorgt ervoor dat de inwoners achter de muren een nieuwe verdedigingswal van aarde en gras opwerpen. Alle dagen spreekt ze de verdedigers motiverend en bemoedigend toe. De (Spaanse) troepen weten het ravelijn echter te veroveren.

Bijna gaat het mis voor Alexander Farnese zelf, want elke dag trekt hij zich in een krot niet ver van de muren terug om het effect van zijn aanvallen te bestuderen. De verdedigers van de stad richten een kanon op dit gebouwtje en weten het te doen instorten. Enkele soldaten worden gedood, maar wonder boven wonder raakt de hertog van Parma slechts gewond. Als hij wat later in de strijd probeert zijn soldaten te bemoedigen, gooien Doornikse vrouwen stenen naar hem en zijn officieren.

 

Vanuit Oudenaarde stuurt Pierre de Melun drie verkenningsbataljons te paard, maar zij worden door een detachement lansiers en kruisboogschutters van Farnese bij Pecq verslagen. Willem van Oranje lukt het ondertussen nog steeds niet een Staats leger op de been te brengen. De hertog van Anjou stuurt bemoedigende brieven, maar concreet laat hij het afweten. Nota bene veel van de soldaten die voor hem bij Kamerijk hebben gevochten, hebben geen soldij ontvangen.

In Doornik houdt de prinses van Épinoy heldhaftig stand. Op 21 november verdubbelen de Walen hun aanval. Geholpen door hun artillerie klimmen ze door het rokende puin van de walmuren. Christine raakt opnieuw gewond aan haar arm, maar de hugenoten blijven de stad onverschrokken verdedigen. Sommige vrouwen helpen hun mannen bij het verbranden van de bruggen die over de greppels liggen, andere gooien stenen van de muren of verblinden de aanvallers door wolken as over hen uit te strooien. Zowaar, de troepen van koning Philips II trekken zich terug; tweehonderd man, waaronder belangrijke officieren, zijn omgekomen. In Doornik heeft het echtpaar de Melun - de Lalaing een van hun twee zonen verloren.

 

De prins van Épinoy laat door boodschappers zijn komst naar de belegerde stad aankondigen. Zijn opmars wordt echter vertraagd doordat hij meent eerst Gravelines te kunnen innemen. Dat plan mislukt. Een deel van zijn leger wordt gedood en de rest slaat, achternagejaagd, op de vlucht. Een oudere cavaleriekapitein, Édouard Preston, die zich met honderdveertig Schotse ruiters weer bij de prins wil aansluiten, wordt nabij de burcht van Roubaix gespot door een koerier uit het kamp van de hertog van Parma. Tijdens een onderhoud  met Preston verraadt de koerier het geuzenwachtwoord 'Sint-Barbara' voor die nacht. Preston en de zijnen gaan op pad, doorkruisen bijna ongehinderd het Spaanse kamp en trekken via de Poort van de Zeven Fonteinen Doornik binnen. Daar worden ze enthousiast onthaald. Farnese krijgt slechts twee van de ruiters te pakken. Bij de ondervraging van die twee komt hij erachter dat zich in zijn kamp een verrader bevindt? Wie is het? Het antwoord blijft open, hij komt er niet achter. De broer en schoonbroer van Christine blijken ondertussen wel vertrokken te zijn. In Doornik betrekken de geuzen van Schotse afkomst de muren bij de grote bres. Twee dagen later doen ze bij de Poort van de Zeven Fonteinen een uitval, maar ze worden teruggeslagen.

 

De twijfel tussen capituleren of het aanvaarden van de consequenties van een nederlaag begint aan de verdedigers te knagen. De protestanten willen op de wallen sterven, maar de katholieken fluisteren onder elkaar en proberen de mensen op te zetten tegen degenen die door hun koppigheid de stad willen blootstellen aan een verschrikkelijke ramp. De katholieke priesters doen er alles aan om de angst en interne verdeeldheid te bevorderen. Tenslotte komt de last van de verdediging geheel op de protestanten neer. Christine doet pogingen om het verzet nieuw leven in te blazen, maar haar woorden zijn aan dovemansoren gericht, immers de katholieken willen met de hertog van Parma een akkoord sluiten. In een vergadering van notabelen en bestuurders, waarvan de hogere, protestantse burgerij wordt buitengesloten, wordt tegen de zin van de prinses in besloten tot capitulatie. Op dat moment bevinden de belegeraars zich in de greppels, in meerdere torens en verblijven ze in de bres. Eerlijk gezegd zijn ook de troepen van Farnese ontmoedigd door de langdurige en dappere weerstand van de bevolking... die door 'een vrouw-als-een-man' zijn aangestuurd.

 

Bij het ochtendgloren van 29 november komen afgevaardigden uit de stad bij de hertog van Parma aan om over de condities van een verdrag te onderhandelen. Zonder de bevolking te raadplegen, accepteren deze gedeputeerden de overeenkomst. Iedereen, de prinses van Épinoy, de heer van Estrayelles, de protestanten, mag met familie, have en goed de stad verlaten. De soldaten eveneens. Gewoon met hun insignes op de schouders, met hun tamboerijnen, goederen, enz. De privileges van de stad blijven bestaan en amnestie is in het verdrag overeengekomen. De inwoners moeten wel een buitengewone belasting van 200.000 florijnen ophoesten.

Als de inwoners in de Hal van de Raden de voorwaarden vernemen, protesteert niemand. Aldus kunnen de gedeputeerden zich weer naar het kamp van Farnese begeven en op 30 november 1581 wordt de capitulatie getekend. 's Middags trekken de troepen de stad in om de versterkingen in bezit te nemen. Philippe de Lalaing gaat naar het kasteel om zijn zus Christine te begroeten. Zij ontvangt hem met afschuw op haar gezicht en geeft hem te verstaan dat het recht aan haar kant stond en dat ze, als ze vooraf had geweten van het Spaanse succes, op vier hoeken van de stad het vuur zou hebben ontstoken en zichzelf in de vlammen zou hebben geworpen... die Tournai zouden verteren, immers wie had ooit kunnen denken dat de prins van Parma die bij Kamerijk op de vlucht sloeg, bij Doornik zou stoppen en hier de stad zou overwinnen. Ze herinnert haar broer aan een van de afspraken uit het Verdrag van Atrecht: "Men heeft ons doen geloven dat de Spanjaarden zich uit het land zouden terugtrekken en kijk nou eens..."

 

Op aanraden van haar broer begeeft Christine zich, zoals wordt beweerd met pijn in haar hart, naar de Sint-Maartenspoort om de hertog van Parma te begroeten. De hertog groet haar vriendelijk terug. Door de tweede provoost van de stad worden de sleutels van Doornik naar de hertog gebracht, en op 1 december maakt de luitenant van koning Philips II zijn inkomst in de door hem veroverde stad. Het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, met voorop aartsdiaken Cotreau, wacht bij de Sint-Maartenspoort de hertog op. Alexander Farnese neemt bezit van stad en kasteel.

Ondertussen proberen de baron van Montigny en de markies van Roubaix Christine de Lalaing over te halen om in het familiekasteel van Antoing te gaan wonen en haar invloed te gebruiken om haar man over te halen de partij van de Staten te verlaten en zich met de koning te verzoenen. Maar Christine haast zich om met haar familie en eigendommen Doornik te verlaten; ze vertrekt richting Oudenaarde, gevolgd door de kolonel van Estrayelles en veel gegoede burgers en rijke handelaren die hun geloof niet wensen te verzaken. Bij haar vertrek wordt ze toegejuicht alsof ze een triomf heeft behaald.

 

Velen reizen met haar: te voet, te paard, in koetsen of met boten. Allen zijn vergezeld van hun vrouwen, kinderen, dieren en bezittingen. Ze zijn verheugd ver te zijn van de royalisten, maar tegelijkertijd zijn ze geruïneerd en wacht een perspectief van ellende en verbanning. In Gent treft Christine haar echtgenoot Pierre de Melun weer. Als de Staten Generaal van het verlies van Doornik op de hoogte wordt gesteld, tonen ze zich ondankbaar; ze ontslaan François Divion, de heer van Estrayelles, als kolonel van zijn regiment voetsoldaten. 

Op 5 december komen in Gent twee trompetters van de hertog van Parma aan. Ze vragen om de sleutels van de kisten en koffers die de prinses van Épinoy in het kasteel van Doornik heeft achtergelaten. De Spanjaarden willen de inhoud ervan checken. In de geschiedenis heeft deze kwestie een venijnig kleurtje gekregen, want na het verloren beleg hebben enkele schrijvers beweerd dat de prinses alle zilver van de kathedraal en de kerken, zo ook schatten van de burgers, heeft laten inpakken en zelfs aan het verschepen is geweest. Blijkbaar hebben die mannen behoefte gehad aan een dergelijk negatieve berichtgeving.

 

Juste heeft de feiten geanalyseerd en hun opmerkingen blijken zwartmakerij. Inderdaad is op 17 oktober 1581 het bevel gegeven dat iedereen zijn kostbaarheden in de Hal van de Raden diende in te leveren, maar dit bevel kwam van de kant van de gouverneur en de afgevaardigden van de Raden. De ingeleverde schatten zijn niet door Christine in het kasteel verzameld, maar door ambtenaren in het stadhuis, alwaar ze door de gemeentelijk schatbewaarder zijn bewaakt. Degenen die hun servies en andere kostbare zaken inleveren, hebben daarvoor per vaststaand gewicht in baar goud of geld een vergoeding gekregen. Tijdens het verdere beleg kon dit goud of geld vervolgens worden ingewisseld voor het zogenaamde oorlogsgeld; de noodmunten. Geen blaam voor Christine; zij heeft overduidelijk hart voor de zaak gehad, want uit haar eigen vermogen heeft zij zelfs de soldaten uitbetaald. 

 

Christine volgt haar echtgenoot naar Antwerpen waar de regering van de Verenigde Nederlanden zich bevindt. Op 17 februari 2021 ziet ze daar de pompeuze inkomst van de nieuwe graaf van Brabant en is ze getuige van de inauguratie van de fatale hertog van Anjou, de miserabele broer van de Franse koning Hendrik III. Ze leeft echter niet lang genoeg om mee te maken hoe deze ontrouwe en corrupte hertog de provincies opnieuw in de anarchie stort. Op 9 juni 1582 sterft Christine de Lalaing in Antwerpen. Voor de politieke en religieuze vrijheid in de Nederlanden heeft ze dapper gevochten. Zelf blijft ze tot het eind toe katholiek, en met alle ceremonies van deze religie, wordt ze nabij het koor van de abdij van Sint-Michel begraven. Vele nobelen en dapperen brengen de laatste eer aan deze afstammelinge van Lalaing en Montmorency die aan de oorlog tussen de Verenigde Provincies en Spanje zoveel glans heeft verleend.

 

Wat kan ik nog meer zeggen? Met dank aan Théodore Juste en zijn boek 'Christine de Lalaing, Princesse d'Épinoy' is het wel duidelijk dat Christine hoogstaande idealen heeft verdedigd en moedig, standvastig gedrag heeft vertoond. Genoemd boek heeft voor mij de bron gevormd om een idee van de onverschrokken edelvrouw te krijgen, ik heb het nodige eruit geput. Verder!? Geweldig, dat Philippe-Auguste Hennequin in 1824 haar (volgens zijn visie) in het schilderij over het beleg van Doornik heeft vereeuwigd en begrijpelijk dat in hetzelfde jaar J. Liébert haar levensgeschiedenis tot een toneelstuk heeft omgewerkt. Christine de Lalaing mag op het netvlies van velen staan. Dik verdiend dat zij in 1863 als eerste Belgische vrouw een standbeeld heeft gekregen. Het is een stoer beeld van een strijdvaardige vrouw; vervaardigd door Aimable Dutrieux en geplaatst op de Grote Markt van Doornik.

 

Dat bisschop Gaspard-Joseph Labis na de plaatsing van dit standbeeld verbiedt dat de Grote Processie over de Grand'Place gaat... ach, ik begrijp het wel; het is zijn overtuiging en keuze geweest om enkel het rooms-katholicisme te propageren en verdedigen. Voor de bisschop zal de katholieke Christine de Lalaing met haar principe van religieuze vrijheid een behoorlijk boosaardig wezen zijn geweest. Maar wat maakt het uit welke religie iemand belijdt als iemand tijdens zijn of haar leven een in- en ingoed mens is? Hm, wat in- en ingoed is, verandert over de tijden heen, immers bewustzijn groeit en ontwikkelt zich, een kwestie van voortschrijdend inzicht. Tegenwoordig wordt over vrijheid, gelijkwaardigheid en machtsmisbruik beslist anders gedacht dan decennia geleden. Sinds 2001 gaat in Doornik de Grote Processie van Onze-Lieve-Vrouw-van-de Zieken weer over de Grote Markt. In 2021 heb ik ervan genoten, en... ten overvloede... in het Hiernamaals tellen de goede daden. 

 

Bronnen

- Christine de Lalaing. Op 21 januari 2022 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Christina_van_Lalaing

 - Juste, Th. (1861). Christine de Lalaing- Princesse d'Epinoy. Bruxelles: Lacroix, Verboeckhoven et Cie.

Op 5 oktober 2021 van https://books.google.fr/books?id=k_g5AAAAcAAJ&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false 

 

---> 306 'DE VERDEDIGING' MET HET PATROON! - Bakzeil halen

---> LIEFDE 2021 CT Inhoud

---> QUEESTE

---> HOME