DE AARDSE ZEVEN
Thea-Warrior
Na het korte intermezzo in het middenpad, wandel ik met de groep mee de crypte in. Schitterend, maar met zoveel mensen is het te druk om energetisch wat dan ook specifiek waar te nemen; chaos in het energieveld om me heen.
Na de bezichtiging van de crypte gaat de groep naar het hoogkoor. Daar ligt een kleurig vloermozaïek. De afbeelding bevindt zich tussen de drie conchen, de halfronde 'schelpen' of afsluitingen rond het vierkant van het gewelf. De eerste rondleider stelt dat hij dit het mooiste kunstwerk van Rolduc vindt. In een cirkel rond 'Philosophia' zijn de Zeven Jonkvrouwen afgebeeld: de zeven vrije kunsten. De Griekse wijsgeren Aristoteles, Platon, Socrates en Homerus bevinden zich in de hoekmedaillons. In hun tijd (vierde tot achtste eeuw voor Christus) zijn zij de ware meesters in de vrije kunsten: in aardse kennis en wetenschappen.
Wie is de maker van dit mozaïek? In de rechteronderzoek staat Beyer Coeln. Is dat de maker of een bedrijf? Lemmen (1989) schrijft dat nadat kanunnik Matthias Goebbels de kerk heeft beschilderd er ook nog een vloerversiering geambieerd wordt. Goebbels ontwerpt deze, maar door geldgebrek wordt het ontwerp pas in 1909 en dan nog gedeeltelijk uitgevoerd. Door de grote cirkel en hoekmedaillons wordt een grote gelijkenis gecreëerd tussen de vormgeving van gewelfschilderingen en mozaïek. Het steenwerk is echter gebaseerd op een afbeelding uit de 'Hortus deliciarum' van Abdis Herrad von Landsberg (ca.1130-1195). En ook al is de mozaïek als laatste gemaakt, mogelijk vormt deze afbeelding toch de inspiratie voor de gewelfschilderingen.
Sinds het bezoek aan Rolduc in februari 2019 heb ik me verdiept in boeken rond de zeven vrije kunsten. In de queeste-teksten over de Stevenskerk in Nijmegen heb ik er al over geschreven. Volgens Lemmen (1989) is Philosophia - de filosofie - de koningin van de wetenschappen en de dienares van de theologie.
Voor mij is via de foto een film van ergernis verbonden aan dit steenwerk in de Abdijkerk van Rolduc. Hoe ik me letterlijk ook wend of keer, het lukt me niet om het vierkant vanuit een beter perspectief te fotograferen.
Ik krijg mijn armen er niet goed boven, volgens mijn paspoort ben ik 1.69 meter (dus waarschijnlijk al wat gekrompen), er staan veel voeten omheen en soms zelfs erop... verder dat loodzware bronzen standaard, brrr.
Vandaag verdiept de ergernis zich enigszins; er wordt geappelleerd aan oude pijn, want wat heeft het wereldwijde web me vandaag geleerd? Misschien is het aan je oog ontglipt: de oorspronkelijke afbeelding van Philosophia is getekend door een vrouw! Naast dat ze de wetenschap van haar tijd grondig beheerst, is Abdis Herrad een begaafd miniaturist.
Mijn huidige ergernis zit hem in het feit dat ik meer dan een jaar gedacht heb dat Herrad von Landsberg een man is. Ik weet het, ik weet het, ik mag blij zijn met elke openheid en alle ruimte die in de laatste jaren naar verdiensten van vrouwen toe ontstaat. En toch... al die vrouwen die hun werk hebben moeten doen in die voornamelijk door mannen gedomineerde eeuwen. Soms verbijstert het me hoe weinig de mannen in al die jaren hebben ingezien dat ze de vrouwen diep kwetsten. Ik weet het... ik weet het: ze hebben naar beste vermogen gehandeld èn de mensheid is in ontwikkeling, maar toch.
De pijn zit in mij; ik zie mezelf - een jonge tiener - nog zitten op die bewuste zondag in de bomvolle Sint-Mattheuskerk in Eibergen. Op de preekstoel staat een pater Marist te oreren. Hij is een van de leerkrachten van het Marianum in Groenlo, waar ik op het Atheneum zit. Hij maakt opmerkingen waarmee ik het totaal niet mee eens ben. Preekt hij over de rollen van mannen en vrouwen... over het dragen van lange broeken door meisjes? Als brave kerkganger moet ik natuurlijk mijn mond houden.
Het bewustzijn dat ik daar in de kerk geen opmerkingen mag maken, de discussie niet mag aangaan, en het besef dat er voor mij-als-meisje op die plek in de kerk, daar op die preekstoel, geen plaats vrij is, kwetst me meer dan intens diep in mijn hart en van binnen word ik witheet: Heilige Woede!
Ik doe wat ik gewend ben te doen als ik boos ben: ik verstijf. In mijn achterhoofd een turbulente discussie: 'Mag ik niks zeggen? Kan ik niet meedoen? Nou... dan zeg ik niks, dan doe ik ook helemaal niks meer. Weet je wat... ik beweeg me niet eens meer!'
Verbeten voer ik mijn voornemen uit: stijf als een plank zit ik daar, al mijn innerlijke kracht gebruik ik om geen enkele beweging te maken. Het duurt niet lang of ik hoor geroezemoes achter me, iemand lacht zacht. Blijkbaar stoten mensen elkaar aan, ze fluisteren... het kan me niet schelen: vervuld van verzet blijf ik doodstil geknield zitten. Gedurende de rest van de mis houd ik het vol - de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik natuurlijk wel ben opgestaan om ter communie te gaan - maar ook daarna maak ik geen enkele beweging. Ben zo diep gekwetst: het is alsof ik er niet zijn mag, alsof ik niet goed genoeg ben, alsof ik niet leven mag. Vandaag de dag kan ik de woede nog voelen. Best mooi; symbolisch gezien heb ik daar geknield en stijf vormgegeven dat het systeem mij in een harnas op de knieën dwong.
Enkele dagen later heb ik op school een huiswerkuur van de gewraakte pater. Ik gruw een beetje van hem; hij heeft wat last van decorumverlies: hij ruikt ongewassen, verschoont zich onvoldoende want er zitten altijd vele vlekken - soep en koffie - op zijn pantalon, en in zijn mondhoek bungelt normaliter een stompje van een niet-brandende sigaar waarop hij heel, heel lichtjes sabbelt, waardoor zich in die mondhoek een grote geelbruine speekselvlek bevindt.
Hij komt op me toe en spreekt me aan: "Wat had je zondag... in de kerk? Wat deed je vreemd... zó, trek je alle aandacht naar je toe."
Ik kijk hem zo neutraal mogelijk aan en trek tegelijkertijd mijn geestkracht naar binnen: maak mezelf zo klein mogelijk; net of ik achterlijk ben. Ik zwijg, verdedig me niet, immers het voelt toch als hopeloze zaak aan. Maar... ik weet nog wel wat ik daar denk: 'Zó... net goed, je hebt het gemerkt, moet je maar niet van die achterlijke dingen verkondigen.'
Nu kan ik lachen om mijn zoete wraak. De oudere pater is waarschijnlijk wel echt vergevingsgezind van aard geweest. Anders heb ik daar mogelijk toch 'een vijand' gecreëerd.
Ondertussen heeft Sinte-Ontcommer me - in 2019 - geleerd dat ik-als-vrouw in dit leven, als dochter van mijn vader en moeder, in de geschiedenis van mijn huidige familie kan terugkijken. De geschiedenis van mijn ziel is op dit moment wat minder concreet zichtbaar. Wie weet wie ik op een vroeger tijdstip ben geweest? In welke familie ik eerder heb geleefd? Misschien ben ik in een vorig leven een Joods meisje geweest, slaaf of slavendrijver, of een donkere gehandicapte man... wie weet welke toog ik gedragen heb!?
En... wie weet van welk geslacht ik zal zijn of welke kleur ik zal hebben in een volgend leven!? De toekomst is nog even wazig. Hoe dan ook, nu ben ik een blanke vrouw èn religieus èn ik geloof in reïncarnatie. Terugblikkend realiseer ik me dat het daar en toen (in 2019 gewoon thuis achter de computer), waar al deze kennis uit het secco van Sinte-Ontcommer op me toestroomt, een uitzonderlijk mooi moment is geweest.
Bij deze bedank ik de Heldere Engelenstem, die me deze tekst met bijbehorende beelden, net voor het wakker worden op donderdag 6 augustus 2020, letterlijk gedicteerd heeft.
"Je hebt een boodschap uit te dragen," zegt de Stem.
Bronnen
- Herrad von Landsberg. Op 5 augustus 2020 van: https://nl.wikipedia.org/wiki/Herrad_von_Landsberg
- Hortus deliciarium. Op 3 augustus 2020 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Hortus_deliciarum
- Lemmen, W.M. (1989). Rolduc - een kleine gids. Kerkrade: Stichting 'Lève Rolduc' en Boekhandel Jos Buck.
- Overduin, H. (2019). Goed Volk - De tuin der verrukkingen. Op 3 augustus 2020 van: https://sargasso.nl/goed-volk-hortus-deliciarum/
---> 86 HERRAD VON LANDSBERG - Vrouwelijke Meestergeest