341 GOED OF GRUWELIJK?

FRITZ ESCHEN (6 april 1949). Mia Lederer met haar tekeningen. SLUB Dresden / Deutsche Fotothek
FRITZ ESCHEN (6 april 1949). Mia Lederer met haar tekeningen. SLUB Dresden / Deutsche Fotothek

MIA IN DE JAREN VIJFTIG

Thea-Warrior

 

Langzaam maar zeker wordt het puin geruimd. De Berlijners kunnen zich weer op culturele activiteiten richten. Op Kerstavond 1949 is de noodzakelijke verbouwing van het (tijdelijk) podium van het Berlijnse Metropool-Theater zo ver gevorderd dat er, in de traditierijke geschiedenis als stads-operettepodium, voor het eerst weer met wisselende programma's kan worden gewerkt. Een sinds (enkele) jaren gewenst doel is bereikt.

Ter ere van de vijftigste overlijdensdag van componist Karl Millöcker wordt diens operette 'Dubarry' in een moderne bewerking door Theo Mackeben opgevoerd. Het chique programmaboekje is door Mia van tien pentekeningen voorzien. Jawel, ambigue tekeningen!  

De jaren vijftig zijn goed voor Mia Lederer. Knoch (1964) vertelt dat  tentoonstellingen elkaar opvolgen: in 1950 in uitgeversboekhandel Herbig, in 1951 C'est Paris in het Centre Culturel in Berlijn-Wittenau, in 1955 en -56 in San Francisco en Oakland, en in 1957 in Galerie Wasmuth.

 

Een bijzondere eer valt haar te beurt als Rolf Roeingh in de serie Archivarion (waarmee hij in 1950 is gestart) werk van haar opneemt in een enkel aan haar gewijde grafiekmap: Mia Lederer - Impressionen - Zehn Zeichnungen und Fünfzehn Studien und Skizzen. De Archivarion-serie biedt een doorsnee uit de prentkunst van het midden van de twintigste eeuw. Grote namen als Otto Dix, Albert Klatt en Hans Kossatz zijn eveneens met een persoonlijke grafiekmap in de serie terug te vinden. Elke map bezit een uniek nummer en is door de kunstenaar of kunstenares van een handtekening voorzien.

Mia bedient het publiek ondertussen met illustraties voor boeken, kranten en tijdschriften, met filmdecoraties, prentkunst, schilderijen en decortekeningen voor op porselein.

 

Voor sommige auteurs werkt ze vaker. Sybille Schal (1952) beschrijft de vele aspecten van het tafelen in een klein kookboek: Kochbuch für Verliebte. Mia kan helemaal losgaan met haar tederheid uitstralende tekeningen. 

Aribert Wäscher, een Duitse filmacteur, die volgens het web tussen 1920 en 1954 in 54 films heeft gespeeld, schrijft in zijn eigen tijd enigszins filosofisch getinte boekjes. Het zijn geschenkboeken waarvoor Mia tekening(en) voor de voorkant of stofomslag levert. Veel van de verhalen betreffen Aribert's visie op vrouwen en de correcte omgang met hen. Das ist dat Schöne an den Frauen (1951); Gedanken nach 2 Uhr Nachts (1953) en Zuhaus im lieben Leben - Verse und Plaudereien (1957) ben ik in de afgelopen jaren op het spoor gekomen. Verborgen afbeeldingen van Mia sluimeren op de voorkanten!

In Vom Feigenblatt zum Frack beschrijft Emil Pirchan (1955) de kostuumhistorie. Dit geschenkboekje verlucht Mia eveneens met vele luchtige tekeningen en vignetten.

Annemarie Weber (1956) schrijft Seid gut zu den Frauen! - Ein Kopfkissenbuch für Männer. Voor dit opvoedkundig boek inzake het gedrag van mannen in hun persoonlijke en sociale relaties met vrouwen levert Mia de tekeningen aan. 

Vele aspecten van en de etiquette betreffende bloemen, ook in het kader van feesten en sociale relaties, worden door Jan Herchenröder (1957) opgetekend in Blumen / Wann und Wie - ein Blumen-Knigge. Mia levert pagina's kleurige tekeningen! De grote tekening op de omslag - een vrouw naast een bloemenkraampje - tref ik voor een groot deel terug als decor voor porselein.

 

FRITZ ESCHEN (6 april 1949) Mia rookt een sigaret! SLUB Dresden / Deutsche Fotothek
FRITZ ESCHEN (6 april 1949) Mia rookt een sigaret! SLUB Dresden / Deutsche Fotothek

Drie tekeningen versieren het verhaal Bequem aber überflüssig: Kitsch. Eine Betrachtung von Hildegard Beck in het boek Meine Welt - Ein Jahrbuch für Mädchen (1957). Het boek kenmerkt zich door een werkelijk romantisch gebrachte inhoud en is geheel voorzien van aanvallige, ogenschijnlijk volledig aangepaste meisjes en jonge vrouwen. Wat een perfectie wordt hier de bakvissen uit de jaren vijftig voorgespiegeld.

 

Of Mia's tekeningen voor porselein of de voorwerpen zelf kitsch zijn, heb ik mezelf vaker dan eens  afgevraagd. Hildegard Beck definieert kitsch als comfortabel maar onnodig; als een product waarbij met name het goedkope, zoete effect van belang is. Ze stelt dat kitsch niet organisch of gegrond is. Kitsch bestaat uit goedkope aftreksels, uit imitatie, is overdreven gevuld met gevoel, overladen met bloemen (en krullen) en bonbonzoet. Fantasie en kitsch hebben niets met elkaar. Het doet me goed als ik dit lees, want - al hebben haar tekeningen zoete kleuren en zijn het zeker romantische afbeeldingen - fantasie is Mia niet te ontzeggen!

 

Zonder de doordachte beschouwing van Hildegard Beck geheel uit de doeken te doen, kan ik wel enkele van haar voorbeelden geven. Souvenirs komen er niet goed vanaf. Kitsch borrelt uit kleurige foto's aangebracht op een stuk berkenhout; uit een panorama in een met schelpen versierd kader; uit de Dom van Keulen als spaarpot; uit een inktpot in de vorm van een stoomboot; uit een bierkruik die de melodie 'Ik heb mijn hart in Heidelberg verloren' laat horen als hij wordt geleegd en uit een kleine Eiffeltoren tevens sigarettenhouder. Kitsch betreft ook de hond die wordt besproeid met eau de cologne om maar niet naar hond te ruiken! 

Van alle kanten bestudeer ik Mia's tekeningen in het betoog van Hildegard Beck. In de soms bijna beverig getekende illustraties lijken géén verborgen afbeeldingen te zitten!

 

Al met al zijn de door Mia Lederer geïllustreerde boeken op een vriendelijke manier typerend voor de cultuur en het leven in de jaren vijftig. Ze zijn opvoedkundig bedoeld, kennisvermeerderend, normstellend en barsten van de waarden. Een hele generatie wordt opgevoed in 'Hoe het hoort!'

Ik denk dat het inderdaad zo is. Zelf heb ik de jaren vijftig - ben op 24 december 1954 geboren - zeker als zodanig ervaren... geen barbarisme meer, we gaan ons nu met zijn allen geciviliseerd gedragen!

 

Bronnen

- Aribert Wäscher. Op 4 juni 2022 van https://en.wikipedia.org/wiki/Aribert_Wäscher

- Beck, H. (1957). Bequem aber überflüssig: Kitsch - Eine Betrachtung von Hildegard Beck. In E. Neumann (red.), Meine Welt - Ein Jahrbuch für Mädchen (pp. 270-277). Stuttgart: Union Verlag.

- Herchenröder, J. (1957). Blumen / Wann und Wie - Ein Blumen-Knigge. Stuttgart: Schuler Verlagsgesellschaft (René Conrath).

- Pirchan, E. (1955). Vom Feigenblatt zum Frack. Berlin: Lothar Blanvalet Verlag.

- Rolf Roeingh (ca. 1960). Mia Lederer - Impressionen - Zehn Zeichnungen und Fünfzehn Studien und Skizzen. Band IV/7 der Archivarion Kunstbibliothek. Berlin: Archivarion - Deutscher Archiv Verlag.

- Schall, S. (1952). Kochbuch für Verliebte. Berlin-Grunewald: F. A. Herbig Verlagsbuchhandlung (Walter Kahnert).

- Wäscher, A. (1951). Das ist das Schöne an den Frauen. Berlin: Lothar Blanvalet Verlag.

- Wäscher, A. (1953). Gedanken nach 2 Uhr nachts. Berlin: Lothar Blanvalet Verlag.

- Wäscher, A. (1957). Zuhaus im lieben Leben - Verse und Plaudereien. Berlin: Lothar Blanvalet Verlag.

- Weber, A. (1956). Seid gut zu den Frauen! - Ein Kopfkissenbuch für Männer. München: Wilhelm Heyne Verlag.

 

---> 342 MET VEEL HARTELIJKHEID - Mia na de Jaren Vijftig

---> LIEFDE 2022 IDO Inhoud

---> QUEESTE

---> HOME