331 HET LEVEN VAN HIPPOLYTE - DEEL 2

STRIJDEN TOT HET DOEK VALT

Thea-Warrior

 

Wynants (2000) vertelt dat Hippolyte in 1864 met één doek deelneemt aan de 'Expositie van de Belgische Artiesten', en in het voorjaar van 1866 eveneens met een doek in de Salon van Parijs. Zijn vrienden steunen hem en hij ontpopt zich als kunstenaar. In 1866 zendt hij vier werken naar de Salon te Brussel. Dit is het jaar waarin hij zich presenteert als 'leerling van de School van Tervuren'. Odaadwerkelijk zoiets te doen, moet er volgens mij zowel sprake zijn van het beheersen van de kunst van het uitdelen van plaagstoten als van ondernemingslust.

Begin 1867 raakt Hippolyte depressief. Zenuwcrisissen en een plotse, ernstige leveraandoening verhinderen hem het tekenen en schilderen. Zijn lichaam kan de drankuitspattingen niet meer verdragen. In elk geval veel minder dan dat zijn kameraden met hun beter gevoede en meer gezonde lijven dit kunnen. Drie maanden lang trekt hij zich terug op een kamer in Brussel.

In de zomer treft hem een uitdaging: dertig jaar oud wordt hij verliefd op de twee jaar oudere Léonie Du Pré. Zij is officieel gescheiden van haar eerste echtgenoot en heeft geen kinderen. Hippolyte zal haar vader, ere-generaal majoor Du Pré, moeten bewijzen dat hij materieel onafhankelijk kan zijn, een gezin kan onderhouden en een vrouw uit een hoger sociaal milieu waardig is (Wynants, 2000). 

 

Zijn gemoedswisselingen moet hij eveneens in de gaten houden, want het gaat niet goed. In oktober 1867 gaat hij voor een kuur naar het Franse Vichy. Zijn vrienden Alphonse Asselbergs en Camille van Camp zorgen dat hij fatsoenlijk gekleed is en genoeg geld heeft om met de trein te reizen. Op de terugweg verblijft hij een maand in Parijs om daar werken van de schilders van Fontainebleau als Rousseau, Millet en Corot te bekijken. In januari 1868 komt hij - zich heel wat beter voelend - terug in Brussel, en gaat aan de slag in het landelijke Schaarbeek (Colin, 1934 en Wynants, 2000).

Paul Colin analyseert zijn schilderijen uit de tijd na Parijs en stelt dat Hippolyte de Fransen niet is gaan kopiëren maar dat hij wel hun onafhankelijkheid oppakt. Hippolyte blijft bij de realistische weergave en tracht de emotie die de omgeving in hem oproept ook op zijn doeken weer te geven. In de zomer en het najaar van 1868 lijdt zijn artistieke werk opnieuw onder zijn gezondheidstoestand, maar Hippolyte beslecht de strijd in zijn voordeel en weet toch een groot werk af te leveren: 'De Josafatwetering te Schaarbeek'.

 

Hier past een aardige anekdote, want volgens de catalogus van de tentoonstelling 'Het pleinairisme in de 19e eeuw' heeft Vincent van Gogh (1853 - 1890) aan zijn broer (Theo van Gogh) geschreven dat hij bij Boulenger een zeer verfijnd artistiek werk heeft gezien. Deze opmerking betreft genoemde Josafatwetering uit 1868.

Zou de dan 15-jarige Vincent ook het schilderij 'Kersenbomen bij Tervuurse Hoeve' uit 1867 hebben gezien? Pas in 1889 schildert Vincent van Gogh (1853-1890) zijn 'Bloeiende boomgaard', een schilderij dat tegenwoordig in het Van Gogh Museum in Amsterdam hangt. Een opwindend idee dat Hippolyte Boulenger de jonge Vincent van Gogh heeft geïnspireerd.

En nee, de optische illusie door Hippolyte van het gezicht met de witte tulband in 'Kersenbomen bij Tervuurse Hoeve' heeft niks te maken met het afgesneden oor van Vincent, want die ongelukkige actie heeft deze eveneens zenuwzieke schilder volgens Teuwissen (2016) pas op 23 december 1888 uitgevoerd.

 

Gelukkig wordt Hippolyte door generaal Du Pré als schoonzoon aanvaard. Begin 1869 volgt de verloving en op 27 mei 1869 wordt in Sint-Joost-ten-Node het huwelijk tussen Léonie en Hippolyte voltrokken. Een periode van huwelijksgeluk volgt in Zaventem, en levert - via zijn veranderde gemoed - enkele prachtige werken op. Met de gebroeders Vander Donckt in Brussel sluit Hippolyte een voor hem minder voordelig contract af: hij belooft exclusief voor hen te werken en jaarlijks nemen zij een bepaald aantal werken van hem af, maar al met al is het een goed jaar met een lieve, attente vrouw en een geborgen thuis.

In 1870 neemt het echtpaar hun intrek in Tervuren in een burgerhuis in de Brusselsestraat (Brusselsesteenweg) schuin tegenover het Gemeentehuis. Tussen Hippolyte en zijn vrienden ontstaat verwijdering. Hij bouwt zich een klein atelier in hun achtertuin. Léonie schermt hem af van de vroegere verlokkingen van spel en drank. Ze stimuleert en waardeert hem; heeft zicht op zijn artistieke mogelijkheden en voelt aan wat hij nodig heeft. De discussies en beschouwingen in de gelagzaaltjes behoren tot het verleden (Wynants, 2000).

 

Hippolyte Boulenger in 1871. Afbeelding uit 'Hippolyte Boulenger' door Paul Colin (1934).
Hippolyte Boulenger in 1871. Afbeelding uit 'Hippolyte Boulenger' door Paul Colin (1934).

Dan toont de natuur wederom haar harde kant; op 15 oktober 1871 bevalt Léonie van een doodgeboren zoontje. Hij wordt in Tervuren aangegeven als Hippolyte Pierre Emmanuel Boulenger. Het is minder duidelijk hoe het echtpaar precies reageert, maar het lijkt me dat ze erg verdrietig zijn. 

Het echtpaar onderneemt meerdere reizen. Waarschijnlijk voor de creatieve inspiratie en rust. Ze gaan zeker vier keer naar de Maasvallei en ook een keer naar Antwerpen; naar de Schelde. Hippolyte levert nog ware meesterwerken af. Het schilderij 'De Hubertusmis' is daarvan een belangrijke.

Na de toekenning in 1872 van de gouden medaille voor 'De Haagbeukendreef' op de Salon te Brussel wordt hij in de media als de artistiek leider van het Belgische Barbizon beschouwd maar fysiek en psychisch gaat het niet goed.

Wynants vertelt dat hij eind 1872 voor de behandeling van steeds frequenter opduikende epilepsie-aanvallen naar Brussel vertrekt. Echtgenote Léonie bezit het geduld zijn prikkelbare en tyrannieke buien te verdragen. In de lente van 1873 overvalt hem plots een pijnlijke oogkwaal en vreest hij voor algehele blindheid. De aanvallen van epilepsie en de zenuwcrisissen slopen hem.

 

In 1873 (Paul Colin stelt 1872) schildert Hippolyte 'Nadering van het Onweer'; het schilderij waarvan ik op 12 september 2021 in Doornik, in 'La Camuche d'Hippolyte Boulenger', een reproductie aantref die me volledig overrompelt. 

Paul Lambotte (1931) heeft me in zijn boek 'Hippolyte Boulenger' de titel van dit schilderij geoffreerd. De optische illusie met het hoofd in het open graf raakt me vandaag - bekend met Hippolyte's levensgeschiedenis - nog veel meer. 

Al gaat de schilder nog een tweetal keren naar Tervuren om te werken... in de herfst van 1873 is het afgelopen. Paul Colin (1934) vertelt dat hij verwilderd, somber en wraakgierig op de wereld en mensen reageert. Hij hult zich in vals stilzwijgen en tracht zijn vrouw en vrienden, waaronder Camille, door beledigingen van zich te verwijderen. In een laatste poging sturen de behandelend artsen hem naar Ems in Duitsland maar het mag niet baten.

Op de terugweg naar Tervuren strandt het echtpaar in Brussel waar Hippolyte de gruwel van onverbiddelijk langzaam verval moet ondergaan. Hij sterft op zaterdag 4 juli 1874 in een onpersoonlijk appartement van het oude hotel Grand-Miroir. De doodsstrijd heeft zich zeven maanden voortgesleept. 

 

En daarna? Wynants vertelt dat Léonie Du Pré - tot aan haar dood op 16 april 1881 - in haar huis te Tervuren alles wat haar aan haar echtgenoot Hippolyte Boulenger herinnert, koestert als kostbare relikwieën. Zij bewaakt zijn heiligdom!

En ik? Mijn idee? Wel, de in Doornik geboren, Belgische schilder Hippolyte Boulenger is met zijn optische illusies - die ik in zijn realistische, met emotie gelardeerde landschapsschilderijen waarneem - een véél groter schilder dan tot nu toe ooit iemand voor mogelijk heeft gehouden.

 

Bronnen

- Afbeelding 'Hippolyte Boulenger in 1871'.

Uit: Colin, P. (1934). Hippolyte Boulenger. Bruxelles: Nouvelle Société d'Éditions.

- Colin, P. (1934). Hippolyte Boulenger. Bruxelles: Nouvelle Société d'Éditions.

- De Vilder, H. en Wynants, M. (2000). De School van Tervuren. Tervuren: V.Z.W. De Vrienden van de School van Tervuren.

- Eekhoud, G. ( 1900). Hippolyte Boulenger. Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 10.

Geraadpleegd via DBNL (KB, nationale bibliotheek).

- Hippolyte Boulenger. Op 28 maart 2022 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Hippolyte_Boulenger

- Lambotte, P. (1931). Hippolyte Boulenger. Bruxelles: Palais des Beaux-Arts.

- Teuwissen, L. (red.) (2106). Van Gogh sneed toch zijn hele oor af.

Op 28 maart 2022 van https://nos.nl/artikel/2117147-van-gogh-sneed-toch-zijn-hele-oor-af

- Vincent van Gogh. Op 28 maart 2022 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Vincent_van_Gogh

- Vincent van Gogh - Bloeiende boomgaard. Op 15 april 2022 van

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Bloeiende_boomgaard_-_s0038V1962_-_Van_Gogh_Museum.jpg

 

---> 332 IN DE WARANDE - DEEL 1 - Rond de Sint-Hubertuskapel

---> LIEFDE 2022 IDO Inhoud

---> QUEESTE

---> HOME