WIE IS DIE MAN?
Thea-Warrior
Weer thuis is het huishouden, vrolijkheid met familie en vrienden, keurige anderhalve meters en lezen, schrijven, peinzen en dromen. Levendweb groeit. Ik volg de Engelen en mijn neus. De Queeste blijft spannend. Via onverwachte wegen kom ik op uitdagende plaatsen terecht.
Op 24 juli 2021 - net voor onze reis naar Tournai - heb ik het boek Philippe-Auguste Hennequin 1762-1833 van de hand van Jérémie Benoit reeds besteld. De vraag of de meester-leraar van Louis Gallait het Energielijnenpatroon van de Notre-Dame de Tournai ook als basis voor een van zijn eigen schilderijen heeft gebruikt, trilt nog in de lucht.
Nauwelijks thuis arriveert het gewenste boek. Ik bestudeer het grondig en aangezien Philippe-Auguste Hennequin pas in 1821 in Doornik is gaan wonen, komt er feitelijk maar een schilderij in aanmerking: een historische afbeelding geschilderd in 1824: De verdediging van Tournai door Christine de Lalaing (in 1576).
Op 10 augustus 2021 teken ik het Energielijnenpatroon in op het schilderij. Het past, maar ik vind het een dermate zwak geheel dat ik me afvraag of ik Levendweb daarmee wel wil vermoeien. Met name in de lucht past het... in de hemel. Ergens zit er een boodschap in: is het de hemelse sereniteit ten opzichte van het aardse gewoel!?
Vanwege de twijfel richt ik me eerst maar eens op schilder Philippe-Auguste Hennequin. Jérémie Benoit (1994) vertelt dat de geliefde leermeester op 70-jarige leeftijd; op 12 mei 1833 - verarmd en praktisch blind - in Mort à Leuze nabij Tournai sterft. Het is nog geen jaar na het grote succes van Louis Gallait met 'Le Denier de César' in Gent. Voor de begrafenisplechtigheid stelt de jonge Louis de necrologie van zijn leermeester op en pal daarop exposeert hij in de Salon van Brussel zijn schilderij 'Christus geneest de blindgeborene'. Toeval!? Kan, maar ik ervaar wel genegenheid in zijn onderwerpkeuze. Met het hoofd van de blindgeborene lijkt hij in de uitvoering de stijl van zijn meester Philippe-Auguste Hennequin te eren; de neo-klassieke stijl is er goed in te herkennen. Leermeester Philippe-Auguste (P-A) heeft gedurende zijn schilderscarrière de nodige goden en allegorische figuren met opvallend karakteristieke, bebaarde, hoofden op zijn doeken geplaatst.
Schrijver Jérémie Benoit (1994) biedt een uitgebreide levensbeschrijving van Philippe-Auguste Hennequin aan. Bij deze enkele krenten uit de pap en - voor ik het vergeet - mijn dank voor genoemde minutieuze beschrijving is groot. Het leven van P-A begint op 10 augustus 1762 in Lyon. Zijn ouders zijn redelijk gefortuneerd, al zal zijn vader een groot deel van het familievermogen kwijtraken. De gezinssamenstelling boeit me. P-A heeft twee oudere broers en een oudere zus die alle drie jong sterven. Zijn jongere broer en zus blijven wel leven, al sterft de tweede zus op achtentwintigjarige leeftijd.
In 1768, P-A is dan zo'n zes jaar, wordt zijn moeder Catherine Simon blind. Op 36-jarige leeftijd sterft ze, zijn vader huwt vrij snel opnieuw. De sterfgevallen illustreren helder hoe onveilig in de voorbije eeuwen het leven hygiënisch en medisch voor mensen is geweest. Het verdriet vanwege verloren dierbaren vertoeft vrijwel continu in vele huizen. P-A, die volgens Benoit geen scholing ontvangt, kampt eveneens met een oogziekte, mogelijk genetisch bepaald. Er is zeker aandacht voor, maar zelfs enkele maanden in een hospitaal lijken de kwaal niet geheel te genezen.
Aangezien de jonge P-A graag tekent, neemt een zekere Allenet - een bloemenschilder - hem in 1772 in zijn atelier op. Na de aanvankelijke toestemming verbiedt vader Gilles-Jean Hennequin zijn zoon vervolgens om kunstenaar te worden. De relatie tussen vader en zoon wordt hierdoor weinig goeds gedaan. Koppig zet P-A zijn schildersambities voort. Het gaat niet zonder slag of stoot want om aan verf te komen besteelt hij in 1776 een behulpzame oom, waarvoor hij streng wordt bestraft met opsluiting in een cachot. Op 17-jarige leeftijd vertrekt P-A te voet naar Parijs. In de hoofdstad voorziet hij in zijn onderhoud door aquarellen te verkopen aan handelaren in prenten. Hij gaat bij meerdere schilders in de leer, onder andere bij Jacques-Louis David, volgens het wereldwijde web een leidende figuur van het neoclassicisme. In 1783 onderneemt P-A een kunstreis naar Italië. Hij reist via Lyon... waar hij verneemt dat zijn vader is gestorven.
In Italië helpen andere schilders hem op weg en Philippe-Auguste kan er de Antieken als Raphaël, Titiaan, Lorrain, Poussin en anderen bewonderen. Eind 1787 wordt hij lid van een sociëteit van de vrijmetselarij: de Loge van de Oprechte Vrienden.
Hm, dan wordt hij dus ingewijd in 'de geheime kennis'. Welke kennis? Filosofische kennis? Hoe symbolen te hanteren?
Binnen twee jaar wordt de Loge van de Oprechte Vrienden ontdekt door de pauselijke politie, waarop de leden worden verhoord. De monniken raden Hennequin aan binnen vijftien dagen Rome te verlaten.
Ik vraag me af of P-A zich ondertussen bij een schermduel heeft verwond. Het lijkt erop. De rest van zijn leven moet hij zowel met eten als praten last van een wond in zijn wang hebben gehad. In 1790 verlaat Hennequin haastig Rome en zijn vriendin. Hij vestigt zich - onderweg nog enkele schilderijen creërend - weer in zijn geboortestad Lyon. Mogelijk is hij korte tijd burgemeester van het stadsdeel La Guillotière, in elk geval zet hij zijn schilders- en vrijmetselaarsactiviteiten voort.
Op 25 mei 1793 bezetten Royalisten de stad. Hennequin geeft zijn schilderijen in een woonhuis in bewaring en trekt zich terug op het platteland. De Franse Revolutie is in volle gang: in oktober belegeren troepen van de Conventie Lyon en zij bombarderen de stad. Lyon wordt 'een Bevrijde Gemeente'. Teruggekeerd ontdekt P-A dat de meeste van zijn werken verloren zijn gegaan, m aar het leven gaat door. In november van dat jaar geeft het gemeentelijk bestuur hem de opdracht de Kathedraal van Sint-Johannes te veranderen in een Tempel van de Rede, en P-A zet zich aan het werk.
Op 3 februari 1794 trouwt de dan 32-jarige Philippe-Auguste Hennequin met Jeanne-Françoise Desprez, de 16-jarige dochter van zijn papierleverancier. Hun zoontje Maurice-Appolodore wordt in 1795 geboren, en in datzelfde jaar verlaat Hennequin, als aanhanger van de ideeën van de Jakobijnen, Lyon om zich in Parijs te vestigen. Zijn vrouw en zoontje voegen zich een paar maanden later bij hem.
Wat de ideeën van de Jakobijnen betreft... het wereldwijde web vertelt dat ze het christendom willen verbieden, want het menselijke moet worden aanbeden. Ze verkopen kerkgoederen, met name landerijen, aan (rijkere) boeren. Ze vinden dat de Franse koning en alle anderen die zich tegen de Republiek hebben gekeerd, moeten worden terechtgesteld. Daarbij moeten zowel opvoeding als scholing in het teken van de revolutie staan. Als taal willen ze nog enkel het Frans toestaan. Ze beginnen van voren af aan met de jaartelling en geven revolutionaire benamingen aan de maanden. Jakobijnen ontwerpen de Franse grondwet van 1793. Deze wordt goedgekeurd, maar zal nooit in werking treden. Verder: meer loon, minder belastingen, afschaffing van herendiensten en betere werkomstandigheden.
Op 9 september 1796 ontstaat in Parijs een samenzwering tegen een besluit van de Raad van Vijfhonderd, volgens het wereldwijde web het lagerhuis van het parlement. Het besluit van de Raad schrijft namelijk voor dat emigranten naar hun regio's moeten terugkeren. Veel Jakobijnen sluiten zich bij de samenzwering aan. Zo ook Philippe-Auguste Hennequin.
Op 10 september wordt hij - hij kan nog net zijn pistool kwijt! - door dragonders opgepakt en in het fort Tour du Temple gevangen gezet. Het is een stevig fort dat volgens het wereldwijde web rond 1240 door de Tempeliers als hun Europese hoofdkwartier is gebouwd. Terwijl een tamelijk groot aantal gevangenen wordt geëxecuteerd, ontspringt P-A de dans.
Na de nodige ondervragingen en op voorspraak van zijn vrouw, vrienden en machtige bekenden wordt hij op 24 februari 1797 vrijgelaten. Gerehabiliteerd - maar zonder werk - wordt Hennequin ziek. Zijn vrouw Jeanne-Françoise voorziet in hun onderhoud door kunstbloemen te fabriceren. Gelukkig kan hij in het jaar daarop alweer met een schilderij exposeren in de Salon van Parijs, en in oktober van 1798 wordt hun dochter Françoise-Marie-Clélie geboren.
In de volgende jaren verwerft Hennequin belangrijke opdrachten en wint hij opvallende prijzen. In 1803 wordt hun zoon Antoine-Néoclès geboren en in 1804 verliest hij door een ongeluk op het werk tijdelijk zijn gezichtsvermogen, maar in 1805 kan hij lijfelijk aanwezig zijn op het Camp de Boulogne alwaar Napoléon de Kruisen van het Legion van Eer aan het Grote Leger uitreikt. In 1806 schildert P-A deze gebeurtenis. Ondertussen geraakt hij in schulden, mislukken bestellingen en moet hij zijn huis verkopen. Aan het eind van 1806 vlucht hij naar Italië; naar Milaan. In 1807 verzekert zijn vrouw hem dat de toestand in Parijs is gekeerd en dus reist hij weer naar huis, maar de ellende blijkt niet voorbij.
Hennequin wil naar Rusland, maar via Lille, Tournai, Gent en Antwerpen komt hij in 1808 op de Dam in Amsterdam terecht. Hij schildert er, maar al heeft hij met de hoogste bestuurders contact ook in het Koninkrijk Holland wil het niet vlotten. Teleurgesteld vestigt P-A zich in Brussel. Zijn familie voegt zich bij hem. Hij gaat portretten schilderen, wat ogenschijnlijk als inferieur werk wordt beschouwd (Benoit, 1994). Opnieuw mislukken verschillende opdrachten; betalingen om ze uit te voeren worden niet gedaan, maar het goede nieuws is dat op 13 mei 1811 in Brussel hun derde zoon Auguste wordt geboren.
In 1812 vestigt Hennequin zich met zijn gezin in Luik. Het leven kabbelt voort; hij wordt directeur van het Atheneum van de Kunsten, maar twee jaar later wordt dit instituut alweer ontbonden. Opnieuw zit P-A zonder werk. Weer gaan verschillende opdrachten niet door, en dan sterft op 22 december 1817 Françoise-Marie-Clélie. Hun dochter wordt slechts negentien jaar en twee maanden oud. Het verdriet is groot, zeker de moeder is ontroostbaar.
Eind 1819 vestigt P-A zich op Duits grondgebied. Vanuit Malmédy solliciteert hij naar een betrekking als schilderleraar op de Académie van Tournai. Hij wordt aangenomen en accepteert het aangeboden salaris, maar voor de zozeer geambieerde positie blijkt plots een rijke familie de kunstschilder Corneille Cels naar voren te schuiven!
Na een kort verblijf bij vrienden in Lille wil Jeanne-Françoise Hennequin in Tournai een meisjespension beginnen. In eerste instantie weigert P-A om zich daar bij haar te voegen, immers 'in een stad waar de mensen onwaardig met hem hebben gespeeld', maar zijn vrouw Jenny zet door. Op 6 november 1820 opent zij officieel haar meisjespension op nummer 40 in de Rue des Jésuites. In 1821 voegt de gekwelde schilder zich - 58 jaar oud - alsnog bij zijn vrouw in Tournai.
Bronnen
- Afbeelding 'Zelfportret'. Philippe-Auguste Hennequin (1814). Publiek domein, via Wikimedia Commons.
Op 25 september 2021 van https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Philippe-Auguste_Hennequin_-_Self-portrait.jpg
- Benoit, J. (1994). Philippe-Auguste Hennequin 1762 1833. Paris: Arthena.
- David. Op 5 oktober 2021 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques-Louis_David
- Jakobijnen. Op 27 september 2021 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Jakobijnen
- Koninkrijk Holland. Op 27 september 2021 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninkrijk_Holland
- Raad van Vijfhonderd. Op 5 oktober 2021 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Raad_van_Vijfhonderd
- Tour du Temple. Op 27 september 2021 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Tour_du_Temple
Linken
---> Zelfportret Philippe-Auguste Hennequin
---> 268 P-A HENNEQUIN IN DOORNIK - Memoires en Testament