196 THINGS CHANGE

DE STRIJD VAN EEN KRIJGER

Thea-Warrior

 

Via de mail contact maken met Norbert Muigg mislukt. Moeiteloos laat ik het feit los. Ik zoek in mezelf, maar mijn eerdere wens om heler te zijn, is verdwenen.

In de jaren na de ervaringen gelieerd aan Guatemala verandert veel. Basaal ga ik ervan uit dat alles goed is zoals het is. Omdat ik meer tijd wil voor mezelf bouw ik mijn kleine therapiepraktijk (naast mijn fulltime baan) af.

Minder leuk vind ik het om te stoppen met drummen voor vrienden en studenten; met baby's bij de buren is het op mijn zolder te gehorig, en de SPH-opleiding waar ik werk, verhuist naar een nieuw groot gebouw waar 'niks' meer kan of mag; alles moet 'als nieuw' blijven. 

Verschillende opleidingen worden bij elkaar gehuisvest en de ondersteuning wordt gecentraliseerd. De structuren van de nieuwe processen zijn - zoals te verwachten - strak. Cultuurverschillen botsen en velen treuren vanwege dat wat ze hebben moeten achterlaten. Een nieuw gebouw, een nieuwe ziel... maar waar!? Centraal in het gebouw verheft zich een hoge roltrap.

In het curriculum worden de keuzevakken geschrapt. Ik betreur het, want mijn keuzevakken werden gewaardeerd en bleken waardevol te zijn voor de persoonlijke ontwikkeling van studenten... mijn creativiteit lijkt te sterven.

 

In mijn persoonlijke leven zijn er de nodige beproevingen. Misschien normaal, misschien hoort het bij leven en groeien. Laat ik beginnen met 'Het Verhaal van de Steen'. In 2006 komt het schrijfwerk af, maar ik zit met tegenstrijdige gevoelens; ik heb 'Het Verhaal' geschreven opdat mensen het kunnen lezen. Waarom voelt de idee geld ermee te verdienen niet goed?

Als ik een uitgeverij bel, word ik door een vrouw aan de telefoon uiterst onheus bejegend. Zonder enige kennis van het boek veroordeelt ze mij persoonlijk met agressieve woorden. Afhankelijk zijn van een uitgever lijkt me niet de juiste weg. Rondkijkend kom ik bij 'Uitgeverij Gopher' uit. Daar kan ik het boek uitgeven in de reeks 'Mijn Eigen Bruna Boek'. Dit houdt in dat ik mijn eigen geld erin moet investeren. Ik kan het lijden en op een wat vreemde manier bevalt het me dat Gopher als logo 'een eekhoorn' voert, immers krachtdier Eekhoorn bewaart wat voor de toekomst. Vaag heb ik de idee dat 'Het Verhaal' nog niet direct een boek voor het nu is.

 

In een gesprek met de mij begeleidende redacteur spreek ik af dat tekst en opmaak vaststaan omdat die essentieel zijn voor het verhaal. Logisch dat ik verbijsterd ben als ik de dummy in handen krijg en zie dat de tekstopmaak wèl is veranderd. Om de zogenaamde leesbaarheid te bevorderen zijn vele tekstregels aan het begin ingesprongen. Binnen de uitgeverij heeft een medewerker zich gehouden aan de aldaar gangbare regels voor goede tekstopmaak. Het ziet er warrig uit. Aangezien het 'mijn' boek is, is de uitgeverij na wat overleg bereid de tekst alsnog aan te passen, maar dan moet ik wel zelf de storende wijzigingen in hun bestand terugzetten, en het kost me een paar honderd euro extra.

Ik doe het werk en investeer het geld; mijn opmaak is mij heilig. Omdat het een haastklus is, twijfel ik op het laatst of ik het allemaal wel goed heb gedaan. De opmaak van de voorkant wordt eveneens onderwerp van discussie. De grafisch ontwerper van de uitgeverij heeft de afbeelding van de Steen op zijn kant gelegd, ik wil de Steen graag 'als menhir' rechtop hebben staan. Mogelijk is een liggende Steen 'als houvast' toch meer correct geweest.

 

In 2006, op de bijeenkomst van iedereen die dat jaar bij Gopher in eigen beheer een boek heeft uitgegeven, ontvangt een  uitgeefster me met de woorden: "Een wat oudere vrouw, dat had ik wel gedacht."

Onhandig lach ik wat; ik voel me gediscrimineerd. Op lange tafels liggen vele boeken uitgestald... 'Het Verhaal van de Steen' ontbreekt. Ik maak het aanhangig, maar 'Het Verhaal' komt niet tevoorschijn; het is ergens onderweg! In de hele context voelt het aan als opzet, alsof iemand NIET met de inhoud van dit boek geassocieerd wil worden. 

Dan blijkt dat ik me onvoldoende heb georiënteerd, want in het land komt het boek niet in de boekhandelketen terecht. Aan het hele concept 'eigen boek' kan de uitgeverij zich geen breuk vallen. Niet een van de in eigen beheer uitgegeven boeken komt landelijk bij boekhandelaren terecht! In mijn woonplaats mag ik een aantal exemplaren naar de Bruna-winkel bij het station brengen en het boek is wel bij de uitgever te bestellen, maar reclame moet ik zelf maken... laat dat nu helemaal niet goed voelen... en laat ik dat nu echt niet willen. Ben er - denk ik - te weinig geschikt voor: een goed verhaal verkoopt zichzelf of niet!

 

Mijn oorspronkelijke enthousiasme stort in; wat geschiedt er eigenlijk? Ik begrijp het niet helemaal; veel geld geïnvesteerd, de reizigers beloofd dat zij meedelen in de winst, en dan 'niks'.  Nou ja, ik heb 'Het Verhaal' geschreven... dat was de bedoeling. Desondanks nestelt koude teleurstelling zich in en rond mijn hart. Ik heb tijd nodig om het geheel te laten bezinken. Is de wereld wel toe aan zo'n verhaal? Is de tijd wel rijp? Ben ik als persoon wel rijp genoeg om zo'n verhaal te vertellen? Dit verhaal op de wereld te zetten? Misschien niet, en misschien slaat de eerste zin die ik met betrekking tot de Steen heb gehoord: '...Nee hoor... dat had jij gedacht... déze Steen is niet voor jou...' op het feit dat 'Het Verhaal' op Aarde geen succes kan of mag hebben.

 

Ik schuif mijn vragen aan de kant en peins er tegelijkertijd vele jaren over. Natuurlijk praat ik erover. Zo ook in de zomer van 2008 op Bali met een vrouw uit Australië. Ze lacht en interpreteert de eerste door mij gehoorde opmerking anders: "Het klopt wel... déze Steen is niet voor jou maar... voor iedereen!" 

Het verlangen om het verhaal aan de grote klok te hangen blijft, en dus besluit ik nu - in 2021 - dat ik 'Het Verhaal van de Steen' op Levendweb zet. Voor iedereen gratis en voor niks, zoals de zon opgaat. Schrik niet, het wordt geen nieuwe omweg in mijn belevenissen in Doornik. O, trouwens, ik vergis me. Financieel is het niet helemaal 'niks' geworden. In april 2011 heb ik van alle verkochte boeken tot dan toe in totaal bijna 305 euro ontvangen. Veel minder dan ik heb uitgegeven om het boek te laten drukken. Daarna zie ik geen cent meer.

 

De jaren na 2004 hebben de nodige zwarte randjes. Kort wil ik ze aanstippen. Mijn echtgenoot lijdt grote financiële verliezen en ik betreur het dat we zijn geld niet allemaal in Guatemala hebben achtergelaten. De relatieve waarde van geld wordt me meer dan duidelijk, als het dat nog niet was.

Ongevraagd maak ik in 2008 kennis met drugs waardoor ik op een extreem hoog energieniveau terechtkom en enkele dagen niet meer slaap. Daarop ervaar ik hoe het is allergisch te zijn voor de aan mij voorgeschreven slaapmedicatie. Van de combinatie medicatie op drugs word ik psychotisch eufoor. De omgeving reageert met af- en uitwijzing, en noodgedwongen verlies ik het contact met mijn geliefde studenten.

Het is een doodenge stap om na enkele weken met de slaapmedicatie te stoppen want - inderdaad - ik moet het op eigen verantwoording doen; de artsen zijn bang dat ik psychotisch zal blijven als ik ermee stop. Het is een gok; het is kiezen uit twee kwaden, maar vrolijk losbandig als ik ben, accepteert de omgeving me toch al niet. Ik stop en het gaat goed, al ben ik meer dan een jaar beducht op mogelijke 'te vrolijke' verschijnselen. Al met al een bizarre levenservaring.

 

Vanaf 2009 ga ik zo'n jaar of acht met mijn echtgenoot door de hel van zijn lymfeklierkanker. 'Chemo' vind ik een afgrijselijke behandeling; is het echt de bedoeling dat er zoveel vergif in de wereld moet worden aangemaakt èn genomen om te blijven leven!? Voor mijn man is het daadwerkelijk ondergaan van de therapie heftig. Zijn inzet en rotsvaste vertrouwen in de goede afloop zijn bewonderenswaardig. En ik... ik weet wanneer te zwijgen. Terwijl anderen sterven, haalt hij de eindstreep. Gelukkig? Ja... en nee. Ja, want we gaan samen verder - al is hij een andere man - en nee, want het lijkt allemaal zo in strijd met de door mij ervaren samenhang van leven en dood.

 

Ben ik ondertussen gelukkig als docent? Niet echt.. een nieuw gebouw, een nieuwe directie. Alles nieuw! Centraal wordt de visie en didactiek veranderd: studenten moeten bewijzen over competenties te beschikken. Als het plan - in 2004 - met veel bombarie wordt gelanceerd, geloof ik er niet in, ik ben boos en moe. Ik ben ervan overtuigd dat de organisatie als geheel dit niet trekt, maar de presentatie is zo overdonderend, dat wat mij betreft, wordt uitgestraald dat verzet ècht niet aan de orde is. Dan doe ik iets dat ik herken uit mijn jeugd; ik trek me terug en doe nog enkel wat me wordt 'bevolen'. Het voelt aan dat ik het niet zal overleven als ik me zou gaan verzetten, ik wil de last spreiden en denk: 'Oké, ik werk wel mee; als jullie ècht denken dat het zo moet, zullen jullie ondervinden dat het niet kan.'

 

Wat er dan allemaal gebeurd - goed bestaand onderwijs wordt vernietigd - ik zou er een boeiend boek over kunnen schrijven, ga het niet doen. In elk geval worden de verdrietige lasten en het bijbehorende gekrakeel ruim tien jaar door de docenten gedragen. Geen twijfel, de studenten zullen net zulke goede werknemers worden als zij die hen voorgingen, maar ik zie en hoor de onderwijsgevenden zwoegen en kreunen. Voor studenten is het in genoemde jaren zeker niet gemakkelijk, velen moeten naast de studie werken om over voldoende financiën te beschikken en het zicht op een meer riante toekomst lijkt in te storten... waar zijn de huizen waarin ze met een partner zouden kunnen wonen? In hoeverre is huisje, boompje, beestje voor hen nog aan de orde? Regelmatig tracht ik verdrietige volwassen studenten een hart onder de riem te steken. 

 

Je trekt aan wat je verdient... wel, als dat zo is, dan heb ik een aardig karma uitgewerkt. Natuurlijk heb ik geleerd van dat wat ik als onprettig heb ervaren. Ben er absoluut stiller en bedachtzamer door geworden. In de gewone fysieke wereld reis ik minder en de reisdoelen zijn feitelijk nauwelijks voor mezelf geweest. In 2019 verandert dit weer met mijn Queeste, al blijf ik dan wel dicht bij huis. 

In al die jaren is een ding hetzelfde gebleven; al is het in het gewone leven - in de materie - soms nog zo heftig, en al ben ik soms verward en boos, mijn vertrouwen in Jezus, in Christus, in God, in het Heilige, in de samenhang van leven en dood heb ik geen dag verloren: de Andere Werelden lijken zich steeds meer te openen en ik geloof in 'het Onzichtbare'; in het Levende Web van Tijd en Ruimte.

 

'Things change...' 

Bewust levend in het besef dat 'het' zich in het gewone leven in principe elke dag 'tegen' me kan keren om me weet ik wat te leren, is het goed. Het vaarwater lijkt rustiger te zijn. In de tussenliggende jaren heb ik wel degelijk met fijne collega's samengewerkt en opgewekt lesgegeven. Als lid in Examencommissies heb ik veel voor studenten kunnen doen en het nodige geleerd van het doen van onderzoek naar de feiten rond afstudeerniveau en toetsing. Ben veel, heel veel, gaan relativeren.

Op mijn pad zijn nieuwe, lieve, betrokken mensen gekomen: de leden van de 'Landschapsgroep Nijmegen', leraren en leerlingen van Tai Chi-cursussen en de 'Vrienden van de Bisonbaai' die zich tegen de onbesuisde bomenkap rond deze baai keerden. Spontaan ben ik de maandmeditaties van Marko Pogačnik gaan vertalen en deze op Levendweb gaan plaatsen. Met enkele gelijkgestemden heb ik in maart 2018 een Vredeswerkplaats georganiseerd waarin Marko zijn visie en oefeningen kon delen. Onbevangen vang ik mijn Queeste aan... èn ik ga met pensioen.

 

Tegelijk met deze laatste gebeurtenis lijkt het coronavirus naast angst en onrust de - voor mij broodnodige - rust te brengen. Als 'normaal' wordt gedefinieerd als 'datgene wat voor iedereen aanwezig is en geldig is', is het de vraag of de Nederlanders wel zo normaal hebben geleefd. Worden we gedwongen terug te keren naar de eenvoud? Los van het antwoord op deze vraag is het klimaat op de wereld ondertussen stormachtiger en minder berekenbaar geworden. En dan de laatste, niet de minste, verandering in mijn leven; niet op deze wijze verwacht en nooit gehoopt: in 2020 ben ik grootmoeder geworden... wat een rijkdom!

 

Het is zover, het is tijd om terug te keren naar het Bisschopsplein in Doornik/ Tournai.