187 HET KAN VERKEREN

Frontera Corozal - lancha's op de Rio Usumacinta
Frontera Corozal - lancha's op de Rio Usumacinta

ONENIGHEID

Thea-Warrior

 

Op Oudjaarsdag 2003 hoeven we ons niet te haasten, pas na het middaguur reizen we verder, dus wandelen we na het ontbijt het dorp Frontera Corozal weer in. Bij enkele indiaanse vrouwen koop ik toch een houten jaguar, maar dan blijkt gids Gabriël ons te zoeken. Hij komt ons opjagen

en draagt ons over aan een andere gids Augustin, die een grote groep Duitsers begeleid. Gezien de plotselinge haast word ik achterdochtig; hier klopt iets niet.

 

Goede lancha's liggen aan de waterkant, maar we krijgen wrakke boten toebedeeld. Eerst moeten we hozen vanwege de stortbui van vannacht, later om niet te zinken. We varen naar de overkant, naar La Técnica Bethel in Guatemala, alwaar een shuttlebus ons naar Flores zal brengen. 

We zijn niet de eersten die op de oever aankomen. Veel van de jongere Duitsers zijn er al, want zij zijn eerder vertrokken. Omringd door hen komen we bij een door bomen omgeven parkeerterrein. Terwijl ik het onverharde terrein oploop, rijden drie shuttlebussen, schijnbaar afgeladen met Duitsers, het terrein af als. Goedgeklede jongemannen lopen rond en verkopen buskaartjes en een soort visa-formulieren aan de Duitsers. Augustin geeft de formulierenverkopers seintjes dat ze Aad en mij geen formulieren of buskaartjes hoeven te verkopen. 

 

La Técnica Bethel Guatemala - een gammele bus voor de toeristen.
La Técnica Bethel Guatemala - een gammele bus voor de toeristen.

Dan worden we gesommeerd in te stappen. Zoekend naar 'mijn' goede plek ga ik onmiddellijk de lege bus in. Voorin liggen een tiental rugzakken op een hoop. Op de eerste banken liggen er ook meerdere op elkaar. Het lijkt erop dat iemand hier de Duitse bagage heeft gedropt. Ik verplaats een van de rugzakken en ga zitten.

Prompt komt een tamelijk jonge, Duitse vrouw de bus in en krijg ik het met haar aan de stok. Ze vindt dat ik niet op die bank mag zitten omdat zij deze met haar rugzak heeft gereserveerd. Brr, dit zou het geval kunnen zijn! Ik vraag vriendelijk of ik daar - op het linkervoorwiel - mag blijven zitten, omdat ik enorm wagenziek kan worden. Ze vindt dat dat mijn probleem is: ze wil op 'mijn' plek zitten. Tijdens de discussie komen veel andere passagiers de bus in. Ze gaan op de banken voor me, achter me en rechts van me zitten. Oef, nu zou ik helemaal achteraan moeten gaan zitten... ik weiger op te staan. De vrouw schrikt ervan; dadelijk moet zij nog staan... mopperend gaat ze bij haar man of vriend zitten die drie banken achter ons voor haar een plaats heeft vrijgehouden.

 

Peinzend realiseer ik me dat gids Daniel het toch ècht over een shuttlebus heeft gehad waarmee wij naar Flores zouden reizen. Aad en ik hebben het idee dat 'ons' busje onderhands voor dik geld is verkocht aan de Duitse toeristen die net iets eerder op het parkeerterrein zijn aangekomen. Wij lijken voor een habbekrats - voor niks - te zijn overgedaan aan deze oerslechte rammelbus. Ik baal stevig want voor het vervoer van Corazol naar Flores hebben we in Nederland dik betaald.

Ik stap uit en ga buiten naar Augustin. Hij neemt ons vervoersvoucher in en kent opeens geen Engels meer: hij speelt de onnozele domme. Boos word ik ervan. Andere verkopers en begeleiders bemoeien zich ermee en sommigen wijzen op een blauw busje dat over een uur zal vertrekken. Op zich klopt dit beter bij het tijdstip waarop wij naar Flores zouden reizen, maar er is in geen velden of wegen een chauffeur te bekennen.

Woest ben ik en boos leg ik het rode, gele, zwarte en witte vriendschapsbandje in hun eigen windrichtingen op de grond. Ik ga er middenin staan en stamp een keer op de grond; ik wil de Wezens in de Andere Werelden en de autochtone personen op deze parkeerplaats duidelijk laten weten dat ik woedend ben.

Kinderachtig? Mensen zeggen weleens dat buitenlanders kunnen lachen om het ongeduld van blanke Europeanen, maar de aanwezige mannen trekken opeens in een kringetje naar elkaar toe. Er wordt besmuikt gesproken over mijn actie. Vluchtig kijken er een paar op en in een mum zijn ze verdwenen... als in lucht opgelost.

 

Er zit weinig anders op dan terug de bus in te gaan. Zoals te verwachten start de bus niet! Volgens Aad is de startmotor kaduuk. Er komt een luxe bus naast staan, maar op diens startmotor en accu lukt het ook niet. Iedereen moet de bus uit om hem aan te duwen en zowaar het lukt. Ik ben vrij snel terug in de bus maar wie zit er op 'mijn' plek? Precies!

Ik kan natuurlijk geen recht doen gelden, maar ben toch al uit mijn humeur en ondanks alle vrede waarvoor ik wil staan, uit ik pissig in het Duits tegen haar dat als ik ziek word, dat ik ervoor wil zorgen dat iedereen die het slecht met me voor heeft ook ziek mag worden. Vandaag de dag denk ik dat ik allereerst dit vermogen niet bezit en ten tweede heb ik het gelukkig niet hoeven uitproberen, want in deze bus zal ik niet ziek worden. Ik zou het in het echt ook niet hebben uitgevoerd, maar ik misdraag me wel met dit dreigement!

Helemaal achterin is nog een zitplaats waarop ik plaats kan nemen. De weg is hondsberoerd en de uitlaatgassen dampen vrolijk de bus in, de misselijkheid doet zich gelden. Maar na een paar honderd meter moet iedereen de bus weer uit om de migratieformulieren in te leveren en het paspoort te laten afstempelen. Ik wil niet meer... ik wil niet meer met déze bus. Het kan me niet schelen hoe ik naar Flores ga en of ik in Flores kom, maar met deze bus ga ik niet. Aangezien ik weiger in te stappen, is Aad gedwongen ook buiten te blijven. Geïrriteerd trekt de buschauffeur op, enkele passagiers juichen... 

 

Ik ga op zoek naar een telefoon en zowaar... ik krijg een telefoon te pakken. De vertegenwoordiger van het reisbureau voor Guatemala en Mexico lijkt zich opgelaten te voelen, maar uiteindelijk moet ik het zelf oplossen. Na het nodige geharrewar over het wisselgeld voor de buskaartjes en het überhaupt wisselen van geld kunnen we met het gewone openbaar vervoer naar Flores. Omdat het nog een uur of twee duurt voordat die bus vertrekt, brengen we de siësta zittend op een stoepje voor een deur van een huis aan een plein door. Wind waait spiralen gele stof van het plein omhoog. La Técnica Bethel laat geen goede indruk achter.

De gewone bus is oud, zoals zoveel Guatemalteekse bussen: de ruiten zijn gebarsten, maar de motor zoemt; is hoorbaar goed onderhouden. De afstand naar Flores bedraagt meer dan tweehonderd kilometer en de weg zit vol kuilen, maar het is gezellig en er valt opzij van de weg èn aan de in- en uitstappende passagiers heel wat te bekijken. De autochtone bevolking betaalt contant aan de bijrijder, slechts af en toe komt iemand met een buskaartje de bus in. Een gezin met vijf kinderen lijkt op familiebezoek te gaan. Het dochtertje draagt een levende kip onder de arm. Vormt de kip een cadeau? Of wordt ze het pronkstuk van de Oudejaarsavondmaaltijd? 

 

Als we het plaatsje El Subin goed voorbij zijn en tweederde van de rit erop zit... wat staat er op de weg? De gewraakte bus! Hij staat kaduuk op de weg: er is geen beweging meer in te krijgen. Rondom staan de Duitsers erbij te balen. Alles riekt naar goed georganiseerde misdaad. Deze actie is wekelijks, misschien zelfs dagelijks, te herhalen. Vanaf mijn riante zitplaats op het linkervoorwiel bekijk ik de ellende. Pech, zonder resultaat probeert onze buschauffeur de bijna instortende bus met een touw op te trekken. Sommige Duitsers proberen te liften, anderen lijken met 'onze' bijrijder te onderhandelen. 

Hij komt de bus weer in en sommeert Aad en mij, en enkele andere passagiers, onze buskaartjes bij hem in te leveren. Buiten verkoopt hij ze blijkbaar voor veel geld aan een groepje Duitse toeristen: als de markt krap is, zijn de prijzen hoog! Als ze instappen blijkt uit hun gesprekken dat ze gezamenlijk reeds geld hebben gelapt voor een nieuw onderdeel. Voor een startmotor of een accu!? Het dure onderdeel moet helemaal uit Flores komen, dus het zal nog wel even duren voordat de gammele bus kan vertrekken. 

De verbouwereerde blik van de jonge Duitse vrouw als ze mij pontificaal op het wiel ziet zitten, is onbetaalbaar. Ondanks haar dure kaartje moet ze de hele verdere rit naar Flores staan. Ik weet het, het deugt van geen meter, maar wat een genoegdoening. Als ik nu, na ruim zeventien jaar, terugkijk op het hele gebeuren was het totaaltheater van de hoogste orde.

 

In Flores stappen we uit in de wijk Santa Elena. We vragen de weg en wandelen naar ons hotel Casona de la Isla op het schiereiland van Flores in het meer Petén Itza. Natuurlijk zijn we later en alle kamers blijken bezet te zijn. De receptioniste verwijst ons naar het zusterhotel Petén. Goed chagrijnig vraag ik of dat soms een veel minder hotel is. Verbouwereerd kijkt ze me aan. Het blijkt het oorspronkelijke hotel van de familie te zijn dat behoorlijk goed is bijgehouden. Al gauw zitten we op het terras. De dikverdiende koffie smaakt verrukkelijk en even later ligt Aad in het water van Petén Itzá. 

Na een korte wandeling langs souvenirwinkels met indiaans handwerk genieten we van een diner bij zonsondergang. Ik praat met een man die een t-shirt met een vosafbeelding draagt. Hij vertelt dat zijn shirt uit Lapland komt, waarop ik vertel over Petterwitsj, over de betekenis van die naam en over 'Het Verhaal van de Steen' dat ik aan het schrijven ben. De man is zeer geïnteresseerd, maar ik merk dat ik terughoudend word, immers het is mijn intellectueel eigendom en het is alsof hij ermee aan de haal wil gaan, want  tijdens ons gesprek gaat hij aantekeningen maken. 

 

Na de hoogstnoodzakelijke rust in de hotelkamer zitten we om 24.00 uur op de tribune van het basketbalveld in het centrale park: overal spat het vuurwerk. Een vrolijke familie knalt ons bijna doof en aan alle kanten klinkt het 'Feliz Año Nuevo'. 

Vol goed voornemens, waaronder rustig zo doorgaan, besluiten we de nacht van Oud en Nieuw in het oergezellig drukke café Las Puertas. Haha, vertaald is dat 'De Poorten'... er zijn vele wegen naar de Hemel.

.