104 DIERBASEMENTEN IN DE CRYPTE

GEHAVENDE ROMAANSE BASEMENTEN

Thea-Warrior

 

Voordat ik naar Heerlen-Kerkrade afreis, ontdek ik op het wereldwijde web dat zich in de Abdijkerk Romaanse dierbasementen bevinden. De vertoonde drie zijn speciaal, zelfs op het web 'stralen' ze uit dat ze iets te vertellen hebben. Hierdoor vraag ik me af of ze iets met de energielijnen te maken hebben, en neem me voor ze in de kerk te zoeken.

In de rondleiding tref ik eerst de vier gehavende dierbasementen in de crypte. Er wordt niet veel meer over gezegd dan dat de hoofden afgeslagen zijn. De drie van het web komen niet aan bod, maar al rondwandelend zie ik dat deze drie tegen de zuidmuur van de zuiderzijbeuk zijn aangebracht. Hebben ze met de energielijnen in de kerk te maken? Na inventarisatie van de energielijnen ben ik daarvan overtuigd, maar eerst maar eens de geschiedenis in.

 

In haar boek 'Romaanse sculptuur in de Abdijkerk van Rolduc' heeft Elizabeth den Hartog (2008) alle stenen kerkversieringen in kaart gebracht. Ze gaat ervan uit dat de bouwsculptuur tussen 1106 en 1224 tot stand is gekomen en dat verschillende groepen beeldhouwers eraan gewerkt hebben (pg.2). De crypte is natuurlijk het oudste; de bouw daarvan is door Embrico van Mayschoss en Ailbertus d'Antoing in 1107 aangevangen, nadat ze samen de door Ailbertus gebouwde houten kapel uit 1104 met het overwelfde stenen koor uit 1106 hebben neergehaald.  

Zoals bekend wordt de nieuwe crypte in 1108 gewijd en verlaat 'stichter' Ailbertus in 1111 de gemeenschap. Als sober levende man heeft hij niet veel opgehad met het bouwen van een kostbare kerk. Het zal wel de vraag blijven of Ailbertus de beeldhouwers gekend heeft die de Romaanse dierbasementen gehakt hebben, en ook of hij zich tegen de kosten van deze productie heeft verzet. De Annalist maakt er in de Annales Rodenses (Heidbüchel, 1990) geen gewag van.

 

In haar analyse komt Elizabeth tot de conclusie dat de crypte van 1108 slechts drie traveeën diep is geweest. Centraal hebben in die crypte vier zuilen gestaan (pg. 29). Of dit de dunne zuilen zijn geweest die nu aan de oost- en westkant van de crypte staan? Het zou kunnen.

In 1123 steken enkele novicen, gekwetst door de strengheid van hun leermeester, het dak boven het toilet in brand, waarna het hele klooster afbrandt (pg.8). Of en in hoeverre de kerk op dat moment afbrandt, is niet duidelijk. De vier dunne zuilen vertonen in elk geval geen brandsporen (pg.29).

In de Annales Rodenses (Heidbüchel, 1990) wordt al vermeld dat het oppervlak van de crypte van 1108 onvoldoende voldoet voor de omvang van de kloostergemeenschap. Aansluitend hierop veronderstelt Elizabeth dat de brand van 1123 de aanleiding gevormd kan hebben de crypte te vergroten (pg. 28). Ze suggereert dat tegelijkertijd gepoogd kan zijn aan de westkant een nis ofwel confessio te bouwen (pg. 25): een rustplaats voor het gebeente van Ailbertus d'Antoing die in 1122 gestorven is.

 

Elizabeth poneert dat bij de verbouwing - de uitbreiding naar het westen - van 1123 de vier dikkere zuilen met  dierbasementen al in het midden van de crypte hebben gestaan (pg. 31) en ze stelt dat tijdens de dertiende-eeuwse herbouw van de crypte alle Romaanse zuilen met basementen en kapitelen verplaatst zijn (pg. 16)Op dit moment bevinden de vier gehavende basementen zich alle vier in het oostelijk deel van de crypte, onder het hoofdkoor van de kerk.

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting en info.

 

Tijdens de rondleiding kan ik de vier beschadigde dierbasementen in de crypte fotograferen. Welke vandaal slaat hoofden af? Beetje misselijk word ik ervan. Al ben je het ergens mee oneens, laat toch gewoon heel!

Ik heb me afgevraagd of deze vier gehavende dierbasementen in verband gebracht kunnen worden met de dieren van de Evangelisten, maar er lijken aan de oostkant twee leeuwen tussen te zitten, dus dat loopt meteen spaak; twee keer Marcus is een beetje veel van het goede. Op een van deze twee leeuwen is op een later tijdstip een gezicht gehouwen. Het basement in het noordwesten bestaat uit twee naast elkaar gelegen gevleugelde dieren met ineengestrengelde slangenstaarten, en het vierde in het zuidwesten is een gehoefd dier. Als 'rund' kan dit basement wel bij de evangelist Lucas horen. 

 

Tot zover de crypte. Tijdens de rondleiding heb ik de drie dierbasementen die ik reeds op het web heb gezien vluchtig waargenomen. Na de rondleiding rep ik me naar de zuidmuur van de zuiderzijbeuk in de kerk om foto's te maken. 

 

Bronnen

- Den Hartog, E. (2008). Romaanse sculptuur in de abdijkerk van Rolduc. Kerkrade: Stichting Ailbertus Rolduc.

- Heidbüchel, F. &  Kramer, H. (1990). Annales Rodenses. In Heimatblätter des Kreises Aachen, jaargang 45, 3-4. Aachen: Kreis Aachen.

- Longobarden. Op 8 oktober 2020 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Longobarden

 

---> 105 DIERBASEMENTEN IN DE KERK - De Zuidmuur van de Zuiderzijbeuk

---> LIEFDE 2020 AR Inhoud

---> HOME