81 AILBERTUS D'ANTOING - DEEL 7

-------- Hoofdlaan, met linden, van 'Kloosterrade' --------  18 juli 2020 - Middenonder is midden op de energielijn!
-------- Hoofdlaan, met linden, van 'Kloosterrade' -------- 18 juli 2020 - Middenonder is midden op de energielijn!

VERTREK UIT KLOOSTERRADE

Thea-Warrior

 

In 1109 breidt het bezit van het klooster zich verder uit en sluiten nieuwe broeders zich bij hen aan. Ailbertus brengt in dit jaar naar voren dat hij het ongepast vindt dat de broeders en zusters samenwonen op een plek. Het ongepaste zit hem ondermeer in het gegeven dat ze samen dezelfde mis bijwonen.

Daarbij heeft in de Annales Rodenses de Annalist reeds vastgesteld dat het gebouw, de crypte, ongeschikt is voor een grote menigte en onprettig voor bewoners en broeders (Heidbüchel & Kramer, 1990).

 

Desgevraagd wil Adeleida, de echtgenote van Embrico, wel verhuizen. Maar als graaf Adalbert, op verzoek van Ailbertus, de parochiekerk van Rode onder het gezag van het klooster plaatst, weigert ze te verhuizen.

Best heftig standpunt, dat Ailbertus hier inneemt. Werkt de aanwezigheid van vrouwen negatief uit op de discipline van de broeders? Officieus is het een dubbelklooster, en daarin wonen mannen en vrouwen in principe gescheiden. Leidt een en ander tot zedeloos gedrag? Een onderwerp waarop ik zeker terugkom.

 

In het conflict ontstaan twee partijen: Ailbertus aan de ene en Embrico aan de andere kant. Adeleida is natuurlijk wel de vrouw van de laatste, en ik neem aan dat hij zijn dochter Margareta ook niet graag ziet vertrekken. Embrico stelt dat het aantal vrouwen dat geduld moet worden nog maar klein is. 

Ailbertus blijft bij zijn standpunt, waarop Embrico bij graaf Adalbert gaat klagen, en vraagt of hij als voogd Ailbertus wil veroordelen. Graaf Adalbert schrikt ervan, kan hen echter niet kalmeren en stelt dus een datum voor een geding vast. Embrico nodigt de priors van Luik en Keulen, en andere vooraanstaanden uit. Op de betreffende dag wil echter niemand, ook Embrico niet, Ailbertus beschuldigen. Aldus wordt de rechtszaak opgeheven, want 'een goddelijk oordeel' bewijst dat Ailbertus onschuldig is (Heidbüchel & Kramer, 1990).

 

Voor even is de lieve vrede herstelt, maar de eensgezindheid duurt kort, want onderhuids woekert nog een meningsverschil. Ailbertus geeft de goederen waarover hij kan beschikken altijd weg aan degene die het nodig heeft en erom vraagt. Broeder Embrico vindt dat meer van het bezit gereserveerd dient te worden voor de bouw. De twee standpunten staan zo ongeveer lijnrecht tegenover elkaar. Volgens de Annalist ziet de priester tenslotte in dat hij nooit eensgezind met Embrico kan leven, wil hij de broeder niet tot last en ook niet de oorzaak van onenigheid zijn (Augustus en Jamar, 1995).

In december 1110 is Ailbertus nog aanwezig op de begrafenis van graaf Adalbert. De graaf wordt begraven voor het altaar in de crypte. In 1111 verlaat hij echter - 'in aller ijl' volgens de Annalist - de gemeenschap.

In de tussentijd is het klooster weer veel rijker geworden, maar erg ver is de bouw van de kerk nog niet gevorderd.

 

Ik zie hem gewoon gaan... deze hooggevoelige man. Vanuit mijn perspectief bezien heeft hij geen andere keus dan weglopen uit dit onoplosbare conflict. Daarnaast onderken ik voor honderd procent dat Ailbertus erg principieel en sterk idealistisch is in zijn ascetische idealen. In de Annales Rodenses meldt de Annalist dat Ailbertus herhaaldelijk zegt dat het God veel aangenamer is indien behoeftigen getroost en verzorgd worden, vooral geloofs- en huisgenoten, dan dat gebouwen opgericht worden, want deze zullen wanneer ze oud zijn in elkaar vallen, terwijl de zielen naar het beeld van God gevormd onsterfelijk zijn en altijd blijven leven (Augustus en Jamar, 1995).

 

Zonder duidelijk doel - geleid door de Engelen - reist Ailbertus af naar Frankrijk. Nabij Vervins schenkt een vorst, Gui De Guise, hem een deel van het bos Thiérache. Ailbertus gaat onmiddellijk rooiend aan de slag om de plek te ontginnen. Hij begint er een meer eremitisch georiënteerde gemeenschap. Het is het begin van de latere abdij van Clairefontaine. 

Als ik niet met deze queeste bezig was, zou ik naar die abdij willen reizen om te onderzoeken hoe het energielijnenpatroon daar ter plekke is. De tegenstelling is bijna bizar; Ailbertus wenst persoonlijk bitter weinig te bezitten, geeft zo ongeveer alles wat hij bezit weg aan hen die het nodig hebben. En dan: "Schenk me maar een groot stuk land om op te wonen met mijn broeders!" Ook deze keer krijgt het weer! 

 

Embrico kan ik goed volgen, in tijden van ontberingen zoekt hij naar meer duurzame oplossingen voor de kloostergemeenschap. Hij tracht veiligheid te creëren. Daar past toch goedkeuring bij? Of wilde hij de kloosterkerk al te mooi maken? Heeft God al die materiële eerbewijzen echt nodig? Of is dat een idee van mensen die het nog niet helemaal kunnen overzien? Die nog niet beseffen waarom het gaat?

O, ik wil geen kerken of kloosters afbreken; wordt al misselijk en verdrietig van de huidige leegstand die ik overal om me heen waarneem. Pas nog - 18 juli 2020 - in het enorme abdijcomplex van Rolduc: doodse stilte, geen geroezemoes, geen gebeden, geen gezang. Wat ben ik aangeslagen treurig als ik rondom het complex wandel. Op de toegangsweg naar de abdij heb ik met mijn echtgenoot tai chi beoefend: bovenop de energielijn die daar aan de linkerkant deels op het gras en deels op de weg loopt.  De lijn gaat door het beeld van de Aartsengel naar de hoofddeur van de abdijkerk van Onze Lieve Vrouw en de Aartsengel Gabriel. 

 

Misschien heeft Ailbertus wel gelijk met zijn ideaal van strenge armoede. Mogelijk is 'enkel' de schepping groot genoeg! Is er een groter eerbetoon aan God mogelijk dan zijn eigen schepping? Is het nodig dat mensen tijd en energie steken in het bouwen en versieren van kerken en kloosters ter ere van... ... ... het kost zoveel materie die Moeder Aarde moet ophoesten.... zou het luisteren naar verhalen en met elkaar zingen en dansen uit dankbaarheid voor God voldoende kunnen zijn?

 

Eigenlijk hebben wij-mensen van God een heel groot stuk land gekregen om met zijn allen op te wonen.

 

Bronnen

Augustus, L. & Jamar J.T.J. (1995). Annales Rodenses - Kroniek van Kloosterrade. Maastricht: RijksArchief Limburg.

Geraadpleegd op 25 juli 2020 van https://www.dbnl.org/tekst/jama004anna01_01/jama004anna01_01_0002.php#063 

- Heidbüchel, F. & Kramer, H. (1990) Annales Rodenses. In: Heimatblätter des Kreises Aachen, jaargang 45, 3-4. Aachen: Kreis Aachen.

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Dubbelklooster

- Ramakers, E. (met Wolters, L.). (2008). Ailbertus - Kloosterstichter tegen wil en dank? Kerkrade: Stichting Ailbertus Rolduc. 

 

---> 82 AILBERTUS D'ANTOING - DEEL 8 - Dood van de Priester, en Naweeën

---> LIEFDE 2020 AR Inhoud

---> HOME