75 AILBERTUS D'ANTOING - DEEL 2

4 maart 2019 - Tournai - plattegronden van de kathedraal. Ailbertus d'Antoing is cantor in de kathedraal uit het jaar duizend: lichtblauwe plattegrond, dikke muren. De wichelroede geeft bij benadering de richting van een van de energielijnen aan.
4 maart 2019 - Tournai - plattegronden van de kathedraal. Ailbertus d'Antoing is cantor in de kathedraal uit het jaar duizend: lichtblauwe plattegrond, dikke muren. De wichelroede geeft bij benadering de richting van een van de energielijnen aan.

HET ARMOEDE-IDEAAL

Thea-Warrior

 

In Doornik heeft Ailbertus een bijzondere collega: Odo van Orléans (1060-1113). Volgens het wereldwijde web wordt Odo in 1087 scholaster/ leraar aan de kathedraalschool van Doornik. In hetzelfde jaar heeft kanunnik Ailbertus in het kapittel als getuige gefunctioneerd. Met de carrière van magister Odo gaat het goed, hij wordt hoofd van de kathedraal-kapittelschool.

Na het lezen (dat wordt gezegd) van het boek 'Over de Vrije Wil' van kerkvader Augustinus verlaat Odo in 1092 het kapittel en vestigt hij zich, met enkele volgelingen, nabij de kathedraal in een verlaten kerkje gewijd aan Sint-Maarten.

 

Volgens De Grieck (in Bauer, De Smet, Meijns & Trio, 2002) zien de Doornikse patriciërs en bisschop Radbod (Radboud II) hun magister Odo niet graag vertrekken. Uiteindelijk stemmen ze met Odo's besluit in omdat het kerkje een restant van een ooit bloeiende Merovingische abdij geweest zou zijn. Odo is van plan deze abdij te restaureren.

 

Als abt slaagt Odo - hij heet nu Odo van Doornik - erin zijn volgelingen volgens de canonieke, tamelijk algemene, leefregels van Augustinus, bisschop van Hippo (354-430) te laten samenleven. Dat wil zeggen: eensgezind; geen persoonlijk eigendom; de overste voorziet de anderen van voedsel en kleding; trouw in gebed op vastgestelde uren van de dag; vasten en onthouden van eten en drinken voorzover de gezondheid het toelaat; onopvallend gekleed zijn; niet door kleding maar door houding bij anderen in de smaak vallen; vrouwen niet begeren; baden in het kader van gezondheid; zorgen voor zieken; ruzies zo snel mogelijk beëindigen; vergeving vragen indien een ander gekwetst is; de overste gehoorzamen; alles met liefde doen, en elke week elkaar de regels voorlezen.

 

Er bestaan ook regels voor persoonlijke houding en omgang met elkaar. Voorgeschreven staat hoe de rijke, die intreedt, zich dient te gedragen om niet hoogmoedig te worden, en hoe de arme, die intreedt, zich niet mag verrijken binnen de gemeenschap als hij dit in het gewone leven ook niet voor elkaar zou hebben gekregen. Verder wordt aangegeven hoe men elkaar moet waarschuwen als regels overtreden worden, en hoe dit zo nodig centraal gemeld moet worden, en waarom dit als zorgzaamheid beschouwd kan worden en niet als verraad. Abt Odo is tevens van mening dat zijn monniken moeten leven van eigen handarbeid en landbouwactiviteiten, en niet van het aannemen van bidplaatsen, tienden of andere geschenken om hun vermogen te vergroten. Gemeenschappelijk bezitten ze een eetzaal (de refter) en een slaapzaal (het dormitorium).

 

Na korte tijd, in 1095 al, moet abt Odo zijn bestuursverantwoordelijkheid voor de gemeenschap delen met zijn monniken. Wat is er gebeurd? Tijdens de hongersnood die de streek teistert, heeft abt Odo, zonder overleg met zijn communiteit, zo ongeveer de volledige voedselreserve van de abdij weggeschonken aan armen en behoeftigen (De Grieck, 2002).

Deze handelwijze van abt Odo schiet de monniken in het verkeerde keelgat, want door de vrijgevigheid van hun abt leiden ze nu zelf grote honger. De gemeenschap gaat over op de voor leefgemeenschappen meer specifiek beschreven Regel van Benedictus van Nursia (480-547), maar Odo wordt wel als abt herkozen.

 

 

Ailbertus d'Antoing moet een bekende van Odo geweest zijn. In 1092 lijkt hij niet met Odo meegegaan te zijn naar het Sint-Maartenskerkje... later de machtige Sint-Maartensabdij van Doornik. Is Ailbertus, toen Odo het kapittel verliet, hoofd - magister - geworden van het kapittel van de kathedraal? De bronnen zijn in deze niet eensgezind. Magister en cantor tezamen zou wel uitzonderlijk geweest zijn.

Volgens Ramakers (2008) heeft Ailbertus in 1098 zijn functies in het kapittel neergelegd. Als hij tekent als getuige wordt hij namelijk enkel nog als kanunnik betiteld. Waarom hij zijn functies heeft neergelegd, is niet duidelijk. Kan het een eigen keuze geweest zijn?

 

In ongenade lijkt hij niet gevallen te zijn, want 1099 wordt Ailbertus met kanunnik Geldulfus naar Rome gezonden om bij de paus te pleiten voor het splitsen van het diocees Noyon èn Tournai. Beide gebieden grenzen niet aan elkaar en in Tournai wil men een eigen bisschop.

Op deze voettocht (of gingen ze te paard?) heeft Ailbertus zeker het nodige gezien en meegemaakt. In Rome aangekomen, blijkt paus Urbanus II net te zijn overleden. Onverrichterzake keren ze terug naar Tournai.

Hoewel... er wordt gewag van gemaakt dat ze eerst nog zijn doorgereisd naar het zuiden, naar Bari, om de relieken van Sint-Nicolaas te bezoeken. Zeelui hebben deze relieken in mei 1087 vanuit Myra naar Bari gebracht. Rond 1100, misschien wel in 1099, wordt Ailbertus tot priester gewijd. Heeft dit laatste te maken met zijn uitzending naar Rome? Het blijft een vraag. 

 

In 1100 terug in Tournai is Ailbertus strenger voor zichzelf. Volgens de Annales Rodenses, een kroniek waarin het leven van Ailbertus, de stichting van Kloosterrade (het latere Rolduc) en de gebeurtenissen tussen 1104 en 1157 in dit klooster in het Land van Rode beschreven staan, schrijft de Annalist (zijn naam is niet bekend) dat Ailbertus streng vast, zichzelf kastijdt en rijkelijk aalmoezen uitdeelt aan armen en behoeftigen.

Vanwege zijn levenswijze spreekt het volk al gauw met lof over hem. Als hem dit ter ore komt, probeert hij weg te gaan uit Tournai. Enkele vrienden weten hem tegen te houden, maar Ailbertus breekt vervolgens wel met het kapittel en verdeelt zijn vermogen en bezittingen onder de armen.

 

Volgens Ramakers (2008) poogt Ailbertus een contemplatief leven te leiden. Min of meer als kluizenaar, dat wil zeggen in strikte armoede, afziend van vaste inkomsten en levend van handenarbeid. Ben het met hem eens. Op deze manier houdt Ailbertus, net als Odo, het armoede-ideaal hoog: afzien van rijkdom door macht of materie vormt op een gegeven moment blijkbaar een belangrijke richtlijn in zijn leven.

Nabij een stadspoort van Tournai vestigt hij zich in de vervallen kapel van Saint-Médard en bouwt deze door noeste handenarbeid eigenhandig weer op. Als om hem heen een gemeenschap dreigt te ontstaan, vertrekt hij tenslotte toch richting het land tussen Maas en Rijn. Ramakers stelt dat Ailbertus terug lijkt te deinzen voor het vaststellen van een kloosterregel. Ik deel zijn optiek en kom er zeker op terug. Wat onze Ailbertus betreft... hij gaat zijn dromen, die veelvuldig tot hem komen, achterna.

 

Overigens, in zijn kleding komt het armoedestreven van Ailbertus ook tot uiting. De Annalist schrijft dat Ailbertus een eenvoudig strak gesneden kleed draagt dat nauwelijks zijn voeten raakt, eigenlijk te kort voor de gewoonte van de tijd. Als teken van zijn priesterschap is het kleed wel van linnen. Daaronder draagt hij, uit versterving, een geitenharen onderkleed. Een mantel of schoenen draagt hij niet (Augustus & Jamar, 1995). Ik vraag me af hoe erg dit geitenharen onderkleed geprikt heeft. Ik neem aan dat het behoorlijk pittig is geweest, want geitenhaar is nogal stug. Wat kun je jezelf vanuit een ideaal al niet aan doen!?

 

Bronnen

- Augustus, L. & Jamar J.T.J. (1995). Annales Rodenses - Kroniek van Kloosterrade. Maastricht: RijksArchief Limburg.

Geraadpleegd op 20 juli 2020 van https://www.dbnl.org/tekst/jama004anna01_01/jama004anna01_01_0002.php#063

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Augustinus_van_Hippo

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Benedictus_van_Nursia

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Odo_van_Doornik

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Maartensabdij_van_Doornik

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Nicolaasbasiliek_(Bari)

- https://de.wikipedia.org/wiki/Vita_apostolica

- De Grieck, P.-J. Gillis Li Muisis en de Abbatum Memoria van de Doornikse Sint-Maartensabdij. In Bauer, R., De Smet, M., Meijns, B. & Trio, P., (Reds.) (2002). In de voetsporen van Jacob van Maerlant - Liber amoricum Raf De Keyser - Verzameling opstellen over middeleeuwse geschiedenis en geschiedenisdidactiek. Leuven: Universitaire Pers Leuven.

- Ramakers, E. (met Wolters, L.). (2008). Ailbertus - Kloosterstichter tegen wil en dank? Kerkrade: Stichting Ailbertus Rolduc.

 

---> 76 AILBERTUS D'ANTOING - DEEL 3 - Een Hooggevoelige Stichter

---> LIEFDE 2020 AR Inhoud

---> HOME