73 BRON EN STEEN VAN ROLDUC

Abdij Rolduc - instellingskeuken - De Bron
Abdij Rolduc - instellingskeuken - De Bron

ONTMOETING MET OPZICHTER KUNRAAD

Thea-Warrior

 

Aan het eind van de avond 'In de Verloren Zoon' raak ik in gesprek met een man die aan de bar zijn pilsje drinkt. Hij heeft ietwat diep in het glaasje gekeken waardoor het een vrolijk gesprek wordt.

Ik praat over de verdwaalde zonnewijzer van Rolduc en dat ik op zoek ben naar geheimen. Hij reageert: "Ik weet waar de Bron van Rolduc is..."

Hij twijfelt of hij me kan meenemen, want de bron bevindt zich in een ruimte die eigenlijk enkel voor medewerkers toegankelijk is. Helpt mijn smekende blik? Even later loop ik met hem door gangen van de onderverdieping van de noordelijke vleugel.

 

Terwijl ik min of meer achter hem aan ren, zie ik voor een paar klapdeuren aan de zijkant ineens een steen ingemetseld. Vrijwel direct denk ik: "Dit kan niet!"

Maar de man rent verder en het is al spannend genoeg, want hij vindt het eng om mij de bron te laten zien. Even later moeten mijn man en ik even achterblijven en wachten. Waarschijnlijk zoekt hij ergens sleutels of typt hij een code in om een deur te openen. Als we weer verder lopen komt er plots van de andere kant een kloosterling op ons toe. Betrapt! De enigszins aangeschoten man meldt verlegen dat ik graag de bron zou zien. De ander knikt vriendelijk instemmend en zo staan we even later in de instellingskeuken.

 

Wat is er te zien? Een stevige glasplaat met condensdruppels aan de onderkant. Enigszins logisch om in de keuken een toegang tot de waterbron te hebben. Tegenwoordig is deze natuurlijk wel toegedekt. Op zich bijzonder dat de bron op deze wijze toch zichtbaar is.

Ik twijfel wat: "Is dit de echte bron of een opvangbekken voor water of misschien zelfs afvalwater?"

De man aarzelt: "Ik weet hoe je erbij kunt komen, maar dat durf ik niet te doen; dan zou ik ontslagen worden."

Ik dring niet aan; het feit dat ik hier 'de Bron van Rolduc' zie, levert me een dot energie op.

 

Terug op onze kamer blijk ik totaal ondersteboven te zijn. Niet van de bron, maar van 'de Steen'.

'Een steen die 900 jaar kloosterleven heeft overleefd... dat moet een goed beschermde steen zijn!'

Vandaag de dag twijfel ik wat; is dit echt de hoogste punt van de rots waarop de gebouwen staan of is het een losse, later ingemetselde, steen? Ik hoef het niet te weten; het is een bijzonder punt; ik kan voor deze steen geen functie bedenken of ontdekken.

 

Eerder het tegendeel, immers als iemand de klapdeur opent, lijkt de deur tegen de steen aan te slaan. Beslist onhandig als de deur terugkomt terwijl je erdoor wilt lopen. De steen is wel èrg zorgvuldig omgeven door keurig gebroken tegels. Je hoeft maar weinig van een barbaar in je te hebben of je kapt de steen weg en legt de tegels 'netjes' in verband. Aangezien ik geen foto's heb gemaakt, is dit een uitdaging voor de komende dagen...  naderbij sluipen en medewerkers die ik tegenkom vragen of ik een foto mag maken. Het lukt de volgende ochtend al!

 

 

Sinds 2012 zijn voor mensenwezens de grenzen tussen de verschillende werelden meer open. Voor mij geldt dit al lange. In mijn huidige leven staat de Etherisch Wereld van jongs af aan voor me open. In het dagelijks leven kan ik omgeven zijn door Engelen, maar ook door een Leprechaun en een Meerwezen (Visman). Ik kan met hen in gesprek gaan en soms vertellen ze me van alles of leiden ze me ongevraagd naar een voor mij interessante plek.

In de nacht volgend op mijn ontdekking van Bron en Steen van Rolduc lukt het me niet om goed in te slapen. Halfwaak sluimer ik. 'Ik had de steen moeten kussen...'

De gedachte komt op omdat Ailbertus d'Antoing, die in principe in 1104 het klooster Rolduc stichtte,  destijds op de plek van de latere crypte knielde en de grond kuste waarop hij het geluid van klokjes hoorde.

 

Halfwaak in bed wandel ik naar de steen toe en kus haar. Dan blijkt er bij de steen een vrij grote kabouter te  hebben gestaan. Nadat wij weg zijn, gaat hij naar andere kabouters.

"Wat ik vandaag toch heb meegemaakt! Het is te mooi om toevallig te zijn en aan de andere kant te gek voor woorden. Het is precies wat mijn overgrootvader 900 jaar geleden meemaakte, toen Ailbertus kwam, de Schepper dankte, zijn handen ten hemel hief, ter Aarde viel en de grond kuste. Overgrootvader liet toen de alarmbellen overgaan om aan te geven dat er veel aanstaande was, en Ailbertus dacht dat hij altaarschellen hoorde en dat dit dus de heilige grond uit zijn thuis-visioenen was. Vandaag kwam er een vrouw langs en zij herkende de steen als de plek die Ailbertus kuste. Oh, ze fotografeerde alles wat los en wat vast zat, maar de steen heeft ze niet gefotografeerd. Ze komt vast terug..."

 

Dan neem ik waar hoe Visman (het Meerwezen) en Leprechaun met de kabouter, de bewaker van de steen, overleggen. Hij heeft zich aan hen voorgesteld: "Kunraad."

Ze overleggen over wat ik allemaal al mag weten en in hoeverre de geheimen van Rolduc aan mij geopenbaard mogen worden. Kunraad hoort hen verbaasd aan en is instemmend... als 'stiekeme toehoorder'

geniet ik van zijn passende naam...

 

De naam Kunraad lijkt me passend want de steen zou weleens een Kunradersteen kunnen zijn. Deze steen wordt in de nabijheid van de abdij in een groeve in Voerendaal gedolven. Of is het toch de top van de rots?

Overigens wat het kennen van de Geheimen betreft!? De Engelen die gewoonlijk om me heen zijn, hebben heel heel Hoog in de Hiërarchie van de Hemel om toestemming gevraagd; ze durfden het niet op eigen conto zomaar toe te staan: '... zij is degene die gaat vertellen..." 

Middels brommende instemming werd heel heel Hoog in de Hemel de toestemming verleend: "Goed..."

 

Van 25 op 26 februari 2020 verblijf ik nog een nacht in Hotel Abdij Rolduc, omdat ik een afspraak heb met Catharina Scholtens, de voorzitter van de vrijwilligers van Rolduc.

Ze vertelt me dat 'de Steen' in het klooster een heel bekende is. Hoe lang de steen er ligt, kan ze me niet vertellen, maar als de bewoners van de abdij in het verleden door buitenstaanders bedreigd werden dan klonk er een signaal en dan wisten ze allemaal... 'Snel naar de Steen'.

Achter de klapdeuren moet er namelijk een toegang zijn tot een geheime onderaardse gang waardoor monniken en leerlingen veilig konden wegvluchten.

 

---> 74 AILBERTUS D'ANTOING - DEEL 1 - Scholaster, Diaken en Cantor

---> LIEFDE 2020 AR Inhoud

---> LIEFDE 2020 SN Inhoud

---> Home